Het wetsvoorstel voor de instelling van het Transitiefonds Landelijk Gebied en Natuur is op 15 december naar de Tweede Kamer gestuurd. Met dit fonds wil het kabinet de maatregelen bekostigen die nodig zijn om de stikstofbelasting van de natuur terug te dringen, evenals de uitstoot van broeikasgassen door landbouw en landgebruik.

Het kabinet werkt aan een gebiedsgerichte aanpak die zich richt op verbetering en herstel van natuur, water en klimaat in Nederland. Voor de uitvoering van de aanpak stelt het kabinet incidenteel ruim € 24 miljard beschikbaar tot 2035. Deze middelen worden uitgegeven via een zogenaamd begrotingsfonds. Het kabinet wil hiermee ook maatregelen financieren die bijdragen aan het beschermen en ontwikkelen van de natuur en het tijdig voldoen aan de Kaderrichtlijn Water. Daarnaast is de verduurzaming van de landbouw een doel van het fonds, omdat die transitie een randvoorwaarde is voor het realiseren van de andere doelen van het fonds.

Fonds beheren

De minister voor Natuur en Stikstof gaat het fonds beheren. De fondsbeheerder gaat de aanvragen voor uitgaven uit het fonds beoordelen. In het wetsvoorstel zijn criteria opgenomen die meegenomen moeten worden in de beoordeling. Medeoverheden als provincies, gemeenten en waterschappen kunnen voorstellen gaan indienen, net als het Rijk. In het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) neemt het kabinet op dat medeoverheden hun voorstellen moeten baseren op de gebiedsprogramma’s die de provincies komend jaar ontwikkelen en vaststellen.

Het parlement houdt toezicht dat het geld op een goede manier wordt besteed en bepaalt mede hoe middelen worden gebruikt. Het parlement heeft goed inzicht nodig in de middelen, voor welk doel het geld is uitgegeven en om de voortgang van de doelen van het fonds te bewaken. Met het oog daarop krijgt de fondsbeheerder ook de taak om een meerjarenprogramma te maken dat onder andere een financieel overzicht biedt. De minister stuurt jaarlijks een actuele versie van dit programma aan de Tweede en Eerste Kamer.

Fonds in 2024, deel van middelen al in 2022 en 2023

Het transitiefonds wordt pas operationeel als het parlement de instellingswet heeft aangenomen. Naar verwachting is dat vanaf 1 januari 2024. Het is niet zo dat de overheid tot die tijd geen middelen heeft om maatregelen te treffen. Het kabinet heeft eerder al besloten om een deel van de middelen in 2022 en 2023 beschikbaar te maken voor maatregelen die nu al uitgevoerd kunnen worden.

Gebiedsprogramma’s

De provincies zijn gevraagd om in gebiedsprogramma’s uit te werken met welke maatregelen, instrumenten en middelen zij hun opgaven op het gebied van water, klimaat, stikstof en natuur oppakken. Om hen daarin te ondersteunen, ontwikkelen Rijk en provincies een methode, waarmee zij een eerste voorlopige inschatting kunnen maken van het beschikbare budget per provincie in het Transitiefonds Landelijk Gebied en Natuur. Begin 2023 maakt het kabinet daarover meer informatie bekend.