Het stikstofoverschot in de landbouw is in 2021, vergeleken met een jaar eerder, met 5,0 procent afgenomen tot 290 miljoen kilogram. 87 miljoen kilogram verdween naar de lucht, de overige 203 miljoen kilogram werd niet benut in de bodem. Het stikstofoverschot is sinds 2014 niet zo laag geweest. Het lagere stikstofoverschot hangt vooral samen met lagere stikstofgehaltes in gras en met een afnemende veestapel. Dit blijkt uit de Mineralenbalans landbouw van het CBS. Een groot stikstofoverschot wordt als belastend gezien voor het milieu.
Het stikstofoverschot wordt berekend door de aangevoerde hoeveelheid stikstof (onder andere in de vorm van krachtvoer en kunstmest) te verminderen met de hoeveelheid stikstof die is vastgelegd in dierlijke (vlees, melk, eieren) en plantaardige producten (akkerbouwgewassen en tuinbouwgewassen), en de stikstof die is afgevoerd buiten de landbouw (export, mestverwerking, gebruik particulieren). In het kort, het stikstofoverschot is het deel van de stikstof dat niet benut wordt.