Overijssel heeft het beleid voor het opwekken van zonne- en windenergie aangescherpt omdat de provincie tempo moet maken met de energietransitie. Dat zegt gedeputeerde Tijs de Bree in een reactie op boze brieven van gemeenten uit de regio’s Twente en West-Overijssel. Zij zijn er niet blij mee dat de provincie in de afgelopen maanden nadrukkelijk de regie naar zich toe heeft getrokken en beslissingen heeft genomen die hun plannen soms doorkruisen.

“We lopen achter met de realisatie van windenergie. Als we onze doelen in 2030 willen halen, dan moeten we nu aan de slag”, aldus De Bree. “We hebben gemeenten maximaal de ruimte gegeven. Ze hadden tot 1 juli de tijd om zelf gebieden aan te wijzen waar windturbines kunnen komen. Sommige gemeenten kregen zelfs nog een half jaar uitstel. Ik begrijp als geen ander dat er zorgen zijn, maar ik wil duidelijkheid bieden door te zeggen: hier kan het wel en hier kan het niet.”

De nieuwe coalitie in Overijssel – bestaande uit BBB, VVD, GroenLinks, PvdA en SGP – overviel zowel de oppositiepartijen als de gemeenten afgelopen zomer met de boodschap dat windturbines alleen nog maar in clusters van minimaal vier stuks geplaatst mogen worden. De coalitie wil daarmee voorkomen dat er verspreid door de hele provincie windturbines zouden komen. Enkele weken geleden verraste het college van Gedeputeerde Staten opnieuw door geen zonneparken op natuur- en landbouwgrond meer toe te staan.

Overijssel heeft de doelen voor zonne-energie (1,3 TWh, terawattuur) namelijk al vrijwel bereikt. Wat windenergie betreft (in totaal zo’n 2 TWh) moet nog veel gebeuren. Overijssel verwacht dat daarvoor zo’n negentig windturbines nodig zijn, het liefst in een beperkt aantal grote clusters. De provincie zegt dat er zeven aanvragen voor zulke projecten liggen, die volgens De Bree voor “een substantieel deel” van de gewenste opwek van duurzame energie kunnen zorgen (zo’n 25 procent).

In heel wat gebieden heerst weerstand tegen de komst van de hoge windturbines, die met hun slagschaduw en geluid voor overlast kunnen zorgen. Zeker in Twente willen sommige gemeenten dan ook liever wat meer zonnepanelen in plaats van windturbines. De provincie houdt echter vast aan de afgesproken verhouding: 40 procent zon en 60 procent wind. Een groter aandeel zonne-energie leidt volgens De Bree tot verlies van ruimte en “enorme pieken” op het elektriciteitsnet op zonnige dagen.