Elf gemeenten hebben de registratie van hun publiekrechtelijke beperkingen en de bijbehorende documenten nog niet overgezet naar de Basisregistratie Kadaster (BRK). Dat blijkt uit een peiling door het ministerie van Binnenlandse Zaken en het Kadaster. Notarissen moeten bij een vastgoedtransactie de gemeenten nu rechtstreeks benaderen om aan de benodigde informatie te komen.

Vanwege de gewijzigde Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (Wkpb) moesten gemeenten alle publiekrechtelijke beperkingen vanaf 1 januari 2021 in de BRK registreren. Deze gegevens stonden tot nu toe in de Landelijke Voorziening Wkpb, die vanaf dit jaar op ‘zwart’ is gegaan. Dat betekent dat de daarin opgenomen gegevens voor niemand meer zichtbaar zijn. De reden daarvoor is dat vanaf 1 januari 2021 de wettelijke grondslag voor de voorziening is vervallen.

Signalering
De publiekrechtelijke beperkingen van gemeenten die niet op tijd zijn overgestapt zijn daardoor nergens meer terug te vinden. De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) geeft aan niet gelukkig te zijn met deze gang van zaken. Het probleem van de nalatige gemeenten wordt nu op het bordje van de gebruiker gelegd. Daarom is met het Kadaster afgesproken dat zij bij een perceel gelegen in één van deze gemeenten, op het kadastraal uittreksel in Kadaster Online (KOL) een signalering plaatsen totdat de gemeente ‘over’ is. Zo weet de notaris of de gemeente rechtstreeks moet worden benaderd om aan de benodigde informatie te komen voor een vastgoedtransactie. Voor een KIK-inzage wordt deze signalering vanwege technische redenen iets later gerealiseerd.

Niet overgestapt
Momenteel zijn er 11 gemeenten die de overstap naar de BRK nog niet hebben gemaakt. Dat zijn Eemnes, Hardinxveld-Giessendam, Harlingen, Hof van Twente, IJsselstein, Laarbeek, Landsmeer, Langedijk, Laren, Meerssen, en Wijdemeren.