Nederland moet zich vooral gaan richten op het opbouwen van kennis over de grondstoffenindustrie, vindt demissionair minister van Economische Zaken en Klimaat Micky Adriaansens. Volgens haar is ons land daar “heel goed in”, zei ze maandag tijdens een bijeenkomst van ChemistryNL voor meer samenwerking in die sector. De bewindsvrouw was aanwezig om een kennisagenda in ontvangst te nemen met input vanuit organisaties in de grondstoffensector.

Grondstoffen als koper, nikkel en lithium zijn volgens Adriaansens “essentieel” voor technologieën die in Nederland worden ontwikkeld. De agenda helpt volgens de minister om hierin stappen te maken. Mineralen zijn ook onmisbaar in de energietransitie van fossiele grondstoffen zoals olie naar duurzame energiebronnen.

Het is belangrijk dat Nederland kennis opbouwt over grondstoffen, zegt Adriaansens. Ze hoopt dat het Nederland onder meer helpt aan meer start-ups en meer innovaties. In Europa zitten weinig mineralen in de grond, maar volgens deskundigen op de bijeenkomst kan Nederland wel kennis leveren of belangrijk worden bij het transport van grondstoffen.

De meeste mineralen komen uit China, dat juist bezig is economisch zelfstandig te worden. Begin deze maand stelde het Aziatische land exportbeperkingen in voor twee mineralen die belangrijk zijn voor het maken van chips. De minister erkent dat Nederland voor grondstoffen “erg afhankelijk” is van het land. “We kunnen onze grenzen niet sluiten voor China, 90 procent van de mineralen komt uit China. We moeten met hen samenwerken, maar ook onze eigen sterke punten ontwikkelen.”

In maart kwam de Europese Commissie met een wet die ervoor moet zorgen dat de EU genoeg grondstoffen heeft voor de energietransitie. Ze wil dat EU-landen vaker zelf mineralen uit de grond halen, 10 procent van de grondstoffen moet tegen 2030 uit eigen bodem komen. Ook moet 15 procent van de mineralen dan komen uit hergebruik en moet de EU niet te afhankelijk zijn van maar één land per mineraal. De doelen die de commissie heeft gesteld zijn echter niet realistisch voor 2030 of heel moeilijk haalbaar, zeiden verschillende experts tijdens de bijeenkomst.