De provincie Gelderland moet beter in kaart brengen wat de bouw van drie windturbines in Zutphen voor gevolgen kan hebben voor de gezondheid van omwonenden en het milieu. De provincie moet binnen twintig weken aantonen welke risico’s het oplevert als de coating op de wieken van de turbines slijt en in de omgeving terechtkomt, oordeelt de Raad van State. Daarmee zijn de Gelderse windmolenplannen “bijna in orde”, stelt de hoogste bestuursrechter.
Omwonenden, veehouders en de Stichting Eefde Tegen-wind stapten naar de Raad van State om de bouw van het zogeheten Windpark IJsselwind langs het Twentekanaal tegen te houden. Zij voeren onder meer aan dat de provincie geen onderzoek heeft gedaan naar de mogelijk schadelijke effecten van loskomende deeltjes plastic en chemicaliën in de coating op de wieken. Met name de potentieel schadelijke stof bisfenol A zou onderzocht moeten worden. Daar ging de Raad van State dus in mee. Alle andere bezwaren, waaronder die tegen de door de provincie verleende milieuontheffing, zijn afgewezen.
De windmolens van maximaal 187,5 meter hoog moeten bij een bedrijventerrein komen te staan en worden gerealiseerd door een burgercoöperatie en het Waterschap Rijn en IJssel. Tegenstanders proberen de komst van het windpark al jaren tegen te houden en vrezen voor overlast, gezondheidsrisico’s en schade aan het milieu. De Stichting Eefde Tegen-wind ging eerder bij de Raad van State in beroep tegen een ontheffing van de provincie om dassen in de buurt van de nog te bouwen windmolens te mogen verstoren. De bestuursrechter verklaarde dat bezwaar vorig jaar ongegrond.
De provincie Gelderland zegt de uitspraak van de Raad van State nader te bestuderen. “Het lijkt erop dat Gelderland een en ander beter moet toelichten”, aldus een woordvoerder. “Daar hebben we dan ook zestien weken de tijd voor gekregen.”