Vanaf 21 juni is de regeling Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) open met een nieuw thema: Waterstof en Groene Chemie. Met de regeling worden bedrijven en kennisinstellingen ondersteund in het uitvoeren van innovatieve demonstratieprojecten die leiden tot CO2-reductie in 2030. Hiervoor is € 30 miljoen beschikbaar. Projecten kunnen ondersteuning aanvragen op het gebied van de productie van waterstof, transport en opslag van waterstof en de toepassing van waterstof. De regeling is open tot 10 januari 2023 en werkt op een ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’-principe.

Minister Jetten voor Klimaat en Energie: “Dit is een belangrijke stap in de opschaling van waterstoftoepassingen. Dit is namelijk de eerste subsidieregeling waarmee demonstratieprojecten voor de opschaling van waterstof en groene chemie ondersteund worden. Deze projecten gaan vervolgens hun lessen delen met het R&D-programma van GroenvermogenNL. Zo zorgen we ervoor dat er een sterke basis komt voor waterstofprojecten op schaal.”

Deze regeling is onderdeel van het Nationaal Groeifondsprogramma “Groenvermogen van de Nederlandse Economie” (GroenvermogenNL). Het doel van dit programma is om de productie, opslag, transport en toepassing van groene waterstof versneld mogelijk te maken door innovatie en kostenreductie te ondersteunen. Dit doet GroenvermogenNL via drie pijlers:

  1. Opschaling: de realisatie van waterstofprojecten op schaal;
  2. Onderzoek en ontwikkeling: de coördinatie van onderzoek en innovatie;
  3. Ontwikkeling kennis: arbeidscapaciteit en kennis door omscholing en opleiding.

Voor de eerste pijler is in totaal € 600 miljoen beschikbaar gesteld door het kabinet. Hiervan is in de eerste ronde van het Nationaal Groeifonds € 100 miljoen beschikbaar gesteld voor kleinschalige pilot- en demonstratieprojecten. Bij de tweede ronde is in april bekendgemaakt dat het kabinet € 500 miljoen beschikbaar stelt voor significante opschaling van groene waterstof en groene chemie. De openstelling van het DEI+-thema Waterstof en Groene Chemie geeft met een budget van bijna € 30 miljoen het startschot voor de eerste pijler.