Opnieuw hebben natuur- en milieuorganisaties een rechtszaak over het circuit van Zandvoort verloren. De Raad van State wees de bezwaren die ze hadden aangevoerd tegen stikstofberekeningen die voor de natuurvergunning zijn gemaakt woensdag af. Daardoor kunnen alle races en evenementen op het circuit doorgaan.

De provincie Noord-Holland heeft volgens de hoogste bestuursrechter ook terecht toegestaan dat werkzaamheden op het circuit werden verricht. Tegenstanders noemden die schadelijk voor diersoorten als de rugstreeppad en de zandhagedis.

Volgens de Raad van State is er wel een andere bijzonderheid in de zaak. Door een wetswijziging in 2020 was de natuurvergunning van het circuit zelfs helemaal niet meer nodig geweest. De provincie moet daarom wel een nieuwe beslissing nemen, waarin dit punt wordt meegenomen.

De natuurvergunning waar de zaak om draaide, werd afgegeven in 2019. De wet veranderde terwijl nog procedures over deze vergunning liepen en daarom had de provincie het volgens de rechters anders moeten aanpakken. Dat geen natuurvergunning meer nodig is, heeft ermee te maken dat de stikstofuitstoot door nieuwe activiteiten niet hoger is dan voorheen.

Stichting Duinbehoud en Mobilisation for the Environment vonden dat de berekeningen over die uitstoot rammelden. De Raad van State is dat niet met ze eens. De vergunning uit 2019 is volgens de bestuursrechter zelfs iets strenger dan de vorige.

Het circuit ligt pal naast het duingebied Kennemerland-Zuid. Dat gebied heeft een beschermde Natura 2000-status. Volgens natuuranalyses komt er al jaren meer stikstof in het gebied terecht dan goed is voor de natuur.

Op Zandvoort wordt in het laatste weekend van augustus weer de Dutch Grand Prix gehouden. Het Formule 1-spektakel is de belangrijkste race van het jaar op het racecircuit. De vorige twee edities werden gewonnen door Max Verstappen.

De provincie is nu aan zet. Die hoeft niet per se alles bij het oude te laten. Zo maakte de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak duidelijk dat de provincie op zich de vrijheid heeft om te kiezen voor betere natuurbescherming, maar dat is dus niet verplicht. In de tussentijd blijft de natuurvergunning, die dus eigenlijk niet nodig was, nog wel in werking. Dat gebeurt “met het oog op de rechtszekerheid”.