Nieuwbouw bij spoorwegen
24 september 2019 Omgevingsrecht
Bij het opstellen van een bestemmingsplan waarbij zich in minder dan 250 meter van het plangebied een spoor bevindt, kunnen zich wat betreft nieuwbouw drie situaties voordoen welke op onderstaande infographic staan weergegeven. Klik op de afbeelding om de PDF te openen.
Nieuwbouw bij spoorwegen
Trillingshinder in het bestemmingsplan
Bij het opstellen van een bestemmingsplan waarbij zich in minder dan 250 meter van het plangebied een spoor bevindt, kunnen zich wat betreft nieuwbouw drie situaties voordoen.
Geeft het bestemmingsplan de mogelijkheid om nieuwbouw <100 m tot spoor te realiseren, dan moeten de volgende stappen doorlopen worden:
A) Aandachtszone
Aandachtszone vastleggen op de verbeelding van het bestemmingsplan
B) Aspect trillingen
Het aspect trillingen moet worden opgenomen in de planregels.
C) Quick scan
Er moet een Quick scan trilllingshinder worden gedaan.
D) Vervolgonderzoek
Eventueel vervolgonderzoek en de maatregelen die hieruit volgen te implementeren in het bestemmingsplan. Ook kan er gebruik worden gemaakt van de stedenbouwkundige basisprincipes die helpen om trillingshinder te voorkomen (Stuur aan op een zo groot mogelijke afstand tot het spoor. Realiseer gebouwen die minder trillingsgevoelig zijn het dichtst op het spoor en meer trillingsgevoelige gebouwen daar achter; houd afstand tot wissels en overgangsconstructies zo groot mogelijk).
Nieuwbouw <250 m tot het spoor
Geven bodemopbouw en/of treinbeeld aanleiding voor onderzoek? Is het antwoord nee dan is het aspect trillingen niet relevant. Is het antwoord ja dan is het voorgaande (a t/m d van toepassing).
Nieuwbouw >250 m
Aspect trillingen niet relevant.
Er bestaan op dit moment geen grenswaarden voor trillingshinder.
Bron: Handreiking Nieuwbouw en Spoortrillingen, Ministerie I &W