Op 1 januari trad de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning in werking. De gemeenten moeten net als voorheen de thuishulp organiseren, maar hebben daarvoor veel minder geld dan vroeger. De wet schrijft voor dat zij inwoners ondersteunen bij hun zelfredzaamheid, ook met het schoonhouden van een huis. Daarvoor moet een gemeente onderzoeken wat iemand nodig heeft, wat mensen zelf kunnen, of hoe mensen uit hun sociale netwerk hen kunnen helpen. Veel gemeenten kiezen ervoor daarover in gesprek te gaan ‘aan de keukentafel’.

Grote verschillen

Elke gemeente regelt de huishoudelijke hulp op zijn eigen manier. Er zijn gemeenten die iedereen eenzelfde aantal basisuren bieden, soms aangevuld met maatwerk. Mensen kunnen bezwaar maken. Maar in Rotterdam heeft de gemeente de thuishulp ondergebracht bij een zorgaanbieder die beslist. Er zijn ook gemeenten die zelf geen thuishulp bieden, of allerlei variaties kiezen. Uit een steekproef van de NOS bleek eerder dat de verschillen tussen gemeenten groot zijn. Tot nu toe heeft een handjevol mensen uit verschillende gemeenten de gang naar de rechter gemaakt, omdat zij het niet eens waren met de beslissing over het aantal uren huishoudelijke hulp. Uit de rechterlijke uitspraken daarover blijkt dat gemeenten altijd maatwerk moeten leveren, dus verplicht zijn om te kijken naar het individu. “Maar we zien in het oordeel van de rechters vooral terug hoe onduidelijk de wet eigenlijk is”, zegt advocaat Matthijs Vermaat. “Volgens de ene rechter valt een huis schoonmaken onder de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en volgens een andere rechter mag het buiten die wet worden geregeld.”

Zestig zaken

Door die onduidelijkheid worden kwetsbare mensen onnodig gedwongen de gang naar de rechter te maken, zegt advocaat Bernard de Leest. “Dit gaat per definitie om mensen die minder zelfredzaam zijn, en juist die mensen moeten nu procederen. Tachtigjarigen die naar de rechter moeten als gemeenten niet zorgvuldig werken. Als het Rijk duidelijker had gemaakt wat wel en niet mag, zouden gemeenten bij wet zijn gedwongen zorgvuldig te handelen, en hadden veel zaken voorkomen kunnen worden.” Hij noemt dat wrang, ook “omdat er tegelijkertijd wordt beknibbeld op de rechtsbijstand. Juist die mensen moeten nu de rechtszaal in.”

“Het animo voor een gang naar de rechter is groot”.

Jurist Kevin Wevers won recent een zaak in Montferland. Hij heeft nu een groep van twintig mensen die wil procederen tegen diezelfde gemeente. “Maar ook vanuit Lochum, Berkelland en Bronckhorst staan mensen klaar. Het animo voor de gang naar de rechter is groot.” Wevers en de andere twee genoemde advocaten tezamen bereiden zo’n zestig zaken voor.

Ongelijkheid

“De wet is helder: alle gemeenten moeten heel zorgvuldig, in overleg met bewoners, bepalen wat er nodig is”, zegt staatssecretaris Van Rijn. “Goed dat de rechters dat nogmaals hebben bevestigd bij enkele gemeenten. Ik zal alle gemeenten nogmaals op die uitspraken wijzen.”

Maar de advocaten wijzen erop dat procederen ingewikkeld is, en dat een rechtszaak beginnen in gemeenten die thuishulp hebben uitbesteed aan zorgaanbieders, helemaal complex is. 

“We zijn nu bezig met een eerste zaak in Hardenberg waarbij de zorgaanbieder en dus niet de gemeente beslist heeft hoeveel uur iemand krijgt”, vertelt Matthijs Vermaat. “Uiteindelijk kan de cliënt de gemeente daarvoor aansprakelijk stellen, maar dat is veel ingewikkelder dan wanneer een inwoner rechtstreeks bij de gemeente bezwaar kan maken.” Om in zo’n geval te procederen moet iemand wel erg assertief en volhardend zijn, vindt hij.