Woensdag 13 juli as. vergadert de Amsterdamse gemeenteraad over het voorzetten van de 24-uurs opvang van ongedocumenteerden. Amsterdam wil de opvang beëindigen voor mensen die hiervan al een jaar gebruik maken. Het gaat om zeer kwetsbare mensen met medische of psychische problemen die volgens de GGD 24-uurs opvang nodig hebben. Amsterdam verwijst voor opvang door naar de centrale opvanglocatie in Ter Apel. Volgens de hoogste bestuursrechters is hiermee een sluitend systeem van opvang gecreëerd. In de praktijk blijkt echter dat er geen sluitend systeem is. Dit betekent dat zeer kwetsbare mensen op straat dreigen te komen. Daarom is er volgens het College voor de Rechten van de Mens direct actie nodig van de overheid, zowel op centraal als gemeentelijk niveau.

Wat speelt er?
De gemeente Amsterdam beëindigde per 1 juli de opvang van een aantal ongedocumenteerden met 24-uurs opvang. Zij meldde zich vervolgens bij de centrale opvanglocatie in Ter Apel. Toch kregen deze mensen geen onderdak. Het College bestudeerde een aantal van deze weigeringen en sprak hierover met de Dienst Terugkeer en Vertrek. Conclusie: Ter Apel stelt naast meewerken aan vertrek ook als voorwaarde dat iemand binnen 12 weken daadwerkelijk uitgezet moet kunnen worden. Door deze eisen valt er een zeer kwetsbare groep tussen wal en schip en krijgt dus geen opvang. Het gaat bijvoorbeeld om kwetsbare personen met psychiatrische problematiek of een posttraumatisch stres stoornis waarvan de behandeling nog loopt. En een persoon die vanwege nierfalen wekelijks meerdere keren dialyse nodig heeft. Zij hebben voor deze behandeling rust en regelmaat nodig en dat is niet binnen 12 weken te realiseren.

De overheid heeft een zorgplicht
Het College onderschrijft dat een effectief terugkeerbeleid noodzakelijk is. Maar mensenrechten verplichten een overheid ook om te zorgen voor kwetsbare mensen die niet zelf kunnen voorzien in hun basale levensbehoeften. Het College stelt zich nog steeds op het standpunt dat meewerken aan vertrek niet als eis mag gelden om in aanmerking te komen voor opvang. Deze vraag ligt momenteel ook voor bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Vanwege het grote belang van deze uitspraak heeft het College het Hof gevraagd om de zaak met voorrang te behandelen. Dit verzoek is toegekend. Deze maand zal het Hof laten weten of het zich bevoegd acht de zaak te behandelen en zo ja hoe de verdere behandeling van de zaak verloopt.

Wat is er nodig?
De Staatssecretaris en gemeentes onderhandelen al enige tijd over een bestuursakkoord Bed, Bad en Brood. Hierin komen de afspraken die zij maken over verantwoordelijkheden en de wijze waarop zij vorm geven aan de opvang voor ongedocumenteerden vreemdelingen. Met het bestuursakkoord kan ook het probleem dat nu is ontstaan worden opgelost. Gezien het feit dat er nog altijd geen zicht is op een bestuursakkoord dreigt een steeds grotere groep ongedocumenteerden hier het slachtoffer van te worden. Het College doet een dringend beroep op de centrale en lokale overheid om ervoor te zorgen dat ongedocumenteerden, niet op straat komen te staan.