De seniorenorganisaties lieten Regioplan onderzoeken of het voor de koopkracht van senioren uitmaakt in welke gemeente zij wonen. Ze namen daarvoor een huishouden van ‘modelsenioren’ met relatief hoge zorgkosten, in drie verschillende inkomenscategorieën: laag, midden en hoog.

807 euro verschil

Ze keken hoe deze senioren financieel af zijn in twaalf verschillende Nederlandse gemeenten (1 per provincie) wat betreft hun eigen bijdrage Wmo, de gemeentelijke woonlasten, waterschapsheffing en motorrijtuigenbelasting.

Wat blijkt? De jaarlijks te betalen lokale lasten lopen flink uiteen. Deze verschillen lopen op van 395 euro voor huishoudens met een laag inkomen tot 807 euro voor huishoudens met een hoog inkomen. De onderzochte lokale lasten vallen in Amsterdam het laagst uit. In de gemeenten Utrechtse Heuvelrug, Hulst en Almelo zijn senioren minder goed af.

De onderzoeksuitkomsten versterken het beeld dat gemeenten het verschil maken in koopkracht. KBO-PCOB deed eerder al tweemaal een steekproef naar lokale tegemoetkoming (compensatie eigen risico/CER en tegemoetkoming zieken en gehandicapten/Wtcg). Ook daaruit kwamen grote verschillen naar boven.

Convenant en afschaffen eigen bijdrage Wmo

De seniorenorganisaties roepen nu het nieuwe kabinet en gemeenten op om een bindend convenant af te sluiten: verlaag de eigen betalingen. Voorkom daarmee de verdere stapeling van kosten die de zorg inmiddels zo duur maakt dat steeds meer mensen de zorg (zoals bezoek aan tandarts of dagbesteding) vermijden.

Daarnaast kunnen gemeenten van elkaar leren. Zo hebben de gemeenten Meierijstad en Roosendaal de eigen bijdrage voor Wmo-zorg afgeschaft voor alle inwoners met een inkomen beneden modaal, ook de AOW-gerechtigden. Zorg moet betaalbaar en toegankelijk zijn én blijven voor iedereen, in alle gemeenten.