In de kleine woongroepen is ook niet altijd duidelijk voor welke patiënten die is bedoeld. Daardoor worden soms patiënten toegelaten die meer of andere zorg nodig hebben dan de woonvorm kan bieden. In particuliere woongroepen komen knelpunten vaker voor dan in woongroepen die vanuit een grotere organisatie zijn opgezet.

Verenso raadt toekomstige patiënten aan zich goed te informeren over welke zorg een kleinschalige woongroep kan bieden en of die aansluit bij de behoefte. Specialisten ouderengeneeskunde die bij zo’n woonvorm gaan werken, moeten goede afspraken maken met het bestuur daarvan en met de huisartsen.