Hoe intensief daaraan wordt gewerkt en in welke vorm, verschilt per regio. Dat concludeert bureau Andersson Elfers Felix (AEF) dat in opdracht van het ministerie van VWS, de VNG en het Netwerk Directeuren Sociaal Domein onderzoek heeft gedaan.

Motivatie

Uit het onderzoek is gebleken dat er bij gemeenten en in de regio’s veel energie en motivatie aanwezig is voor de omslag van beschermd wonen naar beschermd thuis. ‘Gemeenten voelen een grote maatschappelijke noodzaak en behoefte om de veranderingen snel te realiseren,’ stellen de onderzoekers. De uitgangspunten van de commissie Toekomst beschermd wonen (Commissie Dannenberg) worden volledig onderschreven. De elementen daarvan staan in alle regionale beleidsplannen: versterken van eigen kracht, ondersteuning waar nodig, zelfstandig waar dat kan, en de inclusieve samenleving.

Drie niveaus

In het onderzoek worden drie niveaus onderscheiden.

  • Op stelselniveau hebben gemeenten behoefte aan duidelijkheid over de onderliggende randvoorwaarden voor de financiën, de aard en omvang van het aantal cliënten ook in relatie tot de toegang tot de Wlz. 
  • Op organisatieniveau zijn gemeenten bezig met het goed invullen van verantwoordelijkheden, individueel en onderling.
  • Op uitvoeringsniveau zoeken gemeenten ruimte om de regie van de cliënt voorop te stellen en vandaaruit verbinding te maken met de eigen verantwoordelijkheden.

Handreiking Lokaal uitvoeringsplan

Nu de regionale beleidsplannen klaar zijn, staan alle gemeenten voor de opgave om de omslag naar beschermd thuis lokaal vorm te geven. Dat vraagt een goede zorgstructuur en expertise in de wijken en intensieve samenwerking tussen woningcorporaties, zorgaanbieders en (verschillende afdelingen van de) gemeente. De VNG brengt volgende week een handreiking uit voor het maken van een lokaal uitvoeringsplan voor beschermd wonen en beschermd thuis. Daarin staat een overzicht van wat er van gemeenten wordt verwacht, een checklist met aandachts- en actiepunten, en een aantal inspirerende voorbeelden.