In 2016 deed de Inspectie SZW in het kader van de evaluatie van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs), onderzoek naar de toegankelijkheid van schuldhulpverlening. Dat onderzoek gaf geen directe aanleiding tot een aanscherping van de Wgs. Maar de staatssecretaris besloot wel om een vinger aan de pols te houden, en verzocht de Inspectie SZW om in 2017 een vervolgonderzoek uit te voeren. Het onderzoek geeft weer hoe gemeenten aankijken tegen de toegankelijkheid van schuldhulpverlening.

De wijze waarop mensen met hun (schuld)hulpvragen terecht kunnen bij hun gemeente, is laagdrempelig. Ook zijn er vaak meerdere meldpunten. De kennis van de meldpunten om mensen goed door te geleiden naar schuldhulpverlening kan bij een deel (33%) van de gemeenten beter. De gemeenten brengen de individuele omstandigheden van de hulpvrager goed in kaart. Daarna wordt besloten over toekenning of afwijzing van een vorm van schuldhulpverlening. Gemeenten kennen een beperkt aantal afwijzingsgronden.

Ongeveer 20% van de mensen die voor schuldhulpverlening aankloppen bij de gemeente, krijgt deze hulp niet. Veelal gaat het om mensen waarbij andere problemen een goede schuldhulpverlening in de weg staat. Zij worden in de meeste gevallen door de gemeenten doorgeleid naar een ander vorm van ondersteuning zoals verslavingszorg of maatschappelijk werk. Een derde van de gemeenten bewaakt echter niet dat de schuldhulpverlening start op het moment dat deze problemen zijn gestabiliseerd. Dat behoeft aandacht.