De PvdA wil dat er één minimumuurloon wordt ingevoerd. De partij heeft daartoe op de Dag van de Arbeid een initiatiefwetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend. Het Centraal Planbureau (CPB) stelt vrijdag in een doorrekening van het plan dat werknemers met het laagste loon er 3 tot 11 procent op vooruit zouden kunnen gaan.

Nederland heeft als een van de weinige landen geen wettelijk minimumuurloon. Het minimumloon is gebaseerd op een werkweek van 36, 38 en 40 uur. Voor een 36-urige werkweek geldt nu het hoogste uurloon van 10,60 euro bruto. Mensen die 38 of 40 uur werken per week krijgen per uur een lager loon. Voor een 40-urige werkweek is dat 9,58 euro. De PvdA wil dat het minimumuurloon wordt vastgezet op het hoogste uurtarief van de 36-urige werkweek.

Als het hogere uurloon wordt ingevoerd voor alle medewerkers, dan zou iemand die 40 uur per week werkt, er 1 euro per uur op vooruit gaan. Dat is dus 40 euro per week en 160 euro per maand. Voor iemand met het laagste salaris is dat een flink bedrag, rekent de PvdA voor.

PvdA-Kamerlid Gijs van Dijk vindt dat harde werkers zoals vakkenvullers, schoonmakers en magazijnmedewerkers die juist in deze tijd zo nodig zijn, naast waardering dat hogere minimumloon moeten krijgen. Dat zorgt volgens hem ook voor een betere bescherming. “Nu wordt er door kwaadwillende werkgevers en uitzendbureaus gesjoemeld met verschillende minimumuurlonen. Door de invoering van een vastgesteld minimumuurloon kan de Inspectie SZW beter handhaven. Ook kunnen werknemers zelf beter bijhouden of zij voldoende verdienen.”

Als het minimumloon omhoog gaat, stijgen ook de uitkeringen. Dat gebeurt met dit plan van de PvdA niet. Volgens de sociaaldemocraten is het plan daardoor acceptabel voor zowel links als rechts.

Volgens het CPB zal de invoering van het hogere uurtarief samen met een gemiddelde loonsverhoging van 3,6 procent dit jaar leiden tot een stijging van de totale loonkosten met naar schatting 140 miljoen euro. Er is geen effect op de overheidsuitgaven en het heeft nauwelijks invloed op de werkgelegenheid, aldus het CPB.

De minimumlonen worden elk jaar twee keer geïndexeerd, in januari en juli.