Vrijdag 29 september trokken de federale Ombudsman, zijn collega van Pensioenen en zijn Nederlandse evenknie in de commissie Sociale Zaken van het Beneluxparlement samen aan de alarmbel van de respectievelijke parlementen en regeringen.

Juridisch vacuüm

65-jarige Belgische grensarbeiders die in Nederland werkten maar daarna werkloos werden, krijgen geen sociale uitkeringen meer in België. Maar ze hebben nog geen recht op hun pensioen, dat door Nederland wordt uitbetaald. De pensioenleeftijd is daar vastgelegd op 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2022. Deze grensarbeiders riskeren zo om gedurende ongeveer twee jaar in een juridisch vacuüm terecht te komen, zonder pensioen of sociale uitkering.

Voorzorgsprincipe niet gerespecteerd

Volgens de Belgische en de Nederlandse ombudsmannen hebben de twee lidstaten het voorzorgsprincipe niet gerespecteerd, terwijl ze zich wél bewust waren van het probleem. “Noch België, noch Nederland neemt maatregelen. De betrokken grensarbeiders weten dat ze in de problemen komen, maar kunnen niet reageren zolang ze geen beslissing krijgen. En dan is het te laat. Ze bevinden zich dus in een impasse.”

Belemmering voor vrije verkeer van personen

Grensarbeiders werden indertijd nochtans door hun regering en door Europese programma’s aangemoedigd. Dit vacuüm vormt nu een belangrijk obstakel voor het vrije verkeer van personen.

Mogelijke oplossingen

België en Nederland moeten overleg plegen om snel tot een oplossing te komen. In België zouden er uitkeringen kunnen komen voor grensarbeiders tot ze de wettelijke pensioenleeftijd uit het buitenland bereiken. In juli werd er een wetsvoorstel in die zin ingediend in het parlement. In Nederland zou er bijvoorbeeld een ruimere overbruggingsuitkering mogelijk zijn.

Op termijn moeten de Europese regels op elkaar afgestemd worden zodat de grensarbeiders hun sociale rechten kunnen behouden.