De zelfstandige verblijfsvergunning moet ingaan vanaf het moment van aanvraag, adviseert advocaat-generaal Paolo Mengozzi. Het hof neemt dergelijke adviezen veelal over.

De Raad van State had zaken van een Chinese vrouw en Congolese man die waren gescheiden van hun Nederlandse echtgenoot voorgelegd aan het hof. Staatssecretaris Klaas Dijkhoff (Justitie) had de aanvraag van beiden voor een eigen verblijfsvergunning afgewezen totdat ze het inburgeringsexamen voor de tweede keer hadden gehaald.

Mengozzi oordeelt dat dit voor mensen die via gezinshereniging minstens vijf jaar in het land hebben gewoond strijdig is met de Europese wet. Hij tekent daarbij aan dat de inburgeringsvoorwaarden in Nederland in dergelijke gevallen ,,bijzonder streng zijn’’ en verdergaan dan die bij gezinshereniging. Het gaat om taalvaardigheid, kennis van Nederlandse samenleving en oriëntatie op de arbeidsmarkt.