Eerder al deed het CBS verslag van de koopkrachtontwikkeling van de Nederlandse bevolking. In 2017 is deze in doorsnee met 0,5 procent gegroeid. Werknemers gingen er het meest op vooruit, terwijl de koopkracht van gepensioneerden afnam. De koopkracht van paren met kinderen nam relatief sterk toe met in doorsnee 1,8 procent.

Regionale koopkracht afhankelijk van het type huishouden

In lijn met de landelijke ontwikkeling, steeg de koopkracht het meest in gemeenten met relatief veel paren met kinderen en werkenden. Bij paren met kinderen kwam dat deels door een hoger kindgebonden budget. Renswoude had in 2017 de sterkste koopkrachtgroei met 1,4 procent. Het aandeel paren met kinderen bedroeg in deze gemeente 39 procent en bij 53 procent van de huishoudens vormde het inkomen als werknemer de belangrijkste inkomensbron. Landelijk waren deze percentages respectievelijk 26 en 52.

In gemeenten met relatief veel gepensioneerden met een substantieel aanvullend pensioen nam de koopkracht het minst toe en in sommige gevallen daalde deze zelfs. In Rozendaal daalde de koopkracht in 2017 het meest met in doorsnee 0,5 procent. De gemeente telt relatief veel pensioenhuishoudens, 43 procent tegen 28 procent landelijk, met veelal bovengemiddelde pensioenvoorzieningen.

Hoge inkomens geen garantie voor koopkrachtstijging

De koopkrachtontwikkeling geeft inzicht in de verandering van het gestandaardiseerd huishoudensinkomen, maar zegt niets over het welvaartsniveau van huishoudens. Gemeenten waar de koopkracht stijgt, maar waar veel huishoudens met relatief lage inkomens wonen, houden een overwegend lage welvaart. Gemeenten met een koopkrachtdaling, maar naar verhouding veel hoge inkomens, blijven gekenmerkt als overwegend zeer welvarend. Rozendaal is hier een mooi voorbeeld van. Hoewel er sprake was van een koopkrachtdaling, lag het gestandaardiseerd inkomen hier in 2016 op het hoogste niveau van Nederland met in doorsnee ruim 37 duizend euro. In de gemeente Groningen daarentegen, steeg de koopkracht met 0,4 procent, maar was het doorsnee inkomen met krap 19 duizend euro het laagst van heel Nederland.