Ruim 4,1 miljoen mensen hadden om uiteenlopende redenen geen betaald werk. Naast de eerder genoemde werklozen ging het om bijna 3,8 miljoen mensen die niet recent hebben gezocht en/of niet direct voor werk beschikbaar waren. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Hun aantal is in de laatste drie maanden met gemiddeld 12 duizend per maand afgenomen. UWV registreerde eind oktober 269 duizend lopende WW-uitkeringen.

Werkloosheidsindicator

Om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in verschillende landen te kunnen vergelijken, wordt vaak gebruikgemaakt van de werkloosheidsindicator van de International Labour Organization (ILO). Volgens deze indicator worden mensen van 15 tot 75 jaar zonder betaald werk die hier recent naar hebben gezocht en direct beschikbaar zijn met ‘werkloos’ aangeduid. In oktober waren er 337 duizend werklozen, dat komt neer op 3,7 procent van de beroepsbevolking. Dat is hetzelfde percentage als in september, maar iets lager dan gemiddeld in het derde kwartaal (3,8) zoals gisteren gepubliceerd in het kwartaalbericht over de arbeidsmarkt. Het laagste niveau bij het uitbreken van de economische crisis, 3,6 procent in de laatste maanden van 2008, is nog niet bereikt.

UWV: Aantal WW-uitkeringen daalt naar 269 duizend

Eind oktober 2018 telde UWV 269 duizend lopende WW-uitkeringen. Dat zijn er 4,5 duizend minder dan in september 2018, wat neerkomt op een daling van 1,7 procent. Vergeleken met een jaar eerder daalde het aantal WW-uitkeringen met 74 duizend (- 21,6 procent). Sinds de laatste piek van 470 duizend WW-uitkeringen eind maart 2016 neemt het aantal WW-uitkeringen vrijwel voortdurend af. Een persoon kan meer dan één WW-uitkering ontvangen. Eind oktober 2018 ging het om 261 duizend personen met ten minste één WW-uitkering.

UWV: Minder in- en uitstroom WW-uitkeringen

In de maanden januari tot en met oktober 2018 verstrekte UWV 277 duizend nieuwe WW-uitkeringen, 15 procent minder dan in dezelfde periode in 2017. Daarnaast werden er 338 duizend WW-uitkeringen beëindigd in de eerste tien maanden van 2018. Dat is 14,4 procent minder dan een jaar eerder.

Werkloosheid sterkst gedaald bij 45-plussers

De daling van de werkloosheid was in de afgelopen drie maanden het sterkst bij 45- tot 75-jarigen. Sinds juli is het werkloosheidspercentage bij deze groep gedaald van 3,7 naar 3,3. Bij jongeren nam de werkloosheid in de zomer nog toe, maar het werkloosheidspercentage was in oktober (7,2) weer iets lager dan in juli (7,3). Bij de 25- tot 45-jarigen is de werkloosheid op 2,6 procent gebleven.

Onbenut arbeidspotentieel

Het CBS publiceert maandelijks over de omvang van de werkzame beroepsbevolking en de niet-werkzame bevolking, waarbij de laatste groep wordt uitgesplitst naar de werkloze beroepsbevolking en de niet-beroepsbevolking (allemaal volgens ILO-definitie). Met de werkloze beroepsbevolking wordt echter niet het totale onbenut arbeidspotentieel beschreven. Behalve werklozen volgens de ILO-indicator worden hiertoe nog andere groepen gerekend. Het gaat om mensen die óf recent gezocht hebben naar werk óf direct beschikbaar zijn voor werk. Deze mensen worden gerekend tot het onbenut arbeidspotentieel, maar vallen buiten de werkloosheidsdefinitie. Ook deeltijders die meer uren willen werken en hiervoor direct beschikbaar zijn, behoren tot het onbenut arbeidspotentieel.

De grootte en samenstelling van deze groepen worden alleen per kwartaal gepubliceerd. Het totaalbeeld dat de onderstaande figuur weergeeft is gebaseerd op de meest recente kwartaalcijfers (derde kwartaal 2018), die gisteren zijn gepubliceerd. Het totale onbenut arbeidspotentieel bestond in het derde kwartaal van 2018 uit bijna 1,1 miljoen mensen. Een jaar eerder waren dit er nog bijna 1,3 miljoen. De ontwikkeling van het totale onbenut arbeidspotentieel hangt sterk samen met de ontwikkeling van de werkloosheid volgens de ILO-definitie.