Het aantal vreemdelingen dat langdurig in Nederlandse opvang verblijft, is beperkt van omvang: vier procent verblijft hier langer dan vijf jaar. Ruim 90 procent is korter dan drie jaar in ons land. Begin 2019 waren er 1300 volwassenen en kinderen op zogenoemde gezinslocaties.

Richard van Zwol, voorzitter: “Het is belangrijk te erkennen dat we in Nederland te maken hebben met een ten dele onoplosbaar probleem als het gaat om langdurig verblijf van vreemdelingen. Er zullen altijd afgewezen asielzoekers in Nederland blijven”.

Kern van de aanbevelingen van de commissie:

  1. Stuur zichtbaar op snelheid en tijdigheid van (norm-, wacht-, door-) looptijden. Geef de uitvoerende diensten een meerjarige stabiele financiële en personele capaciteit, met voldoende (buffer) ruimte voor pieken in het aantal asielaanvragen. Verbeter de in- en externe informatievoorziening, stel een casemanager aan voor complexe asielaanvragen, geef voldoende mandaat aan de uitvoering en zorg voor meer ruimte aan de professional. Stel het ingezette programma flexibilisering langs deze lijnen bij.
  2. Investeer in een zorgvuldige behandeling van een eerste asielaanvraag; dat beperkt vertraging bij beroeps-, vervolg- en vertrekprocedures. Handhaaf daarom rechtsbijstand en onpartijdige informatievoorziening voor asielzoekers. Benut bij complexe asielaanvragen het recent aan de IND gegeven mandaat om bij een eerste asielaanvraag een verblijfsvergunning vanwege schrijnende omstandigheden te verlenen.
  3. Motiveer al bij de eerste asielaanvraag door een ouder, hoe het belang van meegekomen kinderen is gewogen; hoor kinderen zo veel mogelijk ook zelf.
  4. Zet in op verhoging van aantoonbaar vertrek. Bevorder vrijwillige terugkeer met voldoende faciliteiten voor asielzoekers en met gedwongen terugkeer als stok-achter-de-deur. Sluit bij voorkeur in Europees verband overeenkomsten af met landen die nog niet meewerken aan gedwongen terugkeer. Richt op de locaties voor onderdak aan uitgeprocedeerde gezinnen de (onderwijs-, gezondheids- en andere) faciliteiten duidelijk(er) in gericht op vertrek en terugkeer naar land van herkomst.

Cijfers ultimo 2018:

  • Totaal aantal ingediende asielverzoeken: circa 32 duizend (lees in rapport hoe dit cijfer is samengesteld).
  • De Algemene Asielprocedure gaat uit van een behandeling in acht werkdagen.  Gemiddelde tijd van aanmelden tot eerste beslissing is: 3 à 46 weken, onder te verdelen naar:

– asielzoekers uit veilige landen: 3 weken

      – ‘Dublin-claimanten’: 14 weken,

      – Algemene (‘normale’) Asielprocedure: 16 weken,

      – Verlengde (‘moeilijke’) Asielprocedure: 46 weken.

Alle tijd langer dan pakweg twee weken betreft ‘wachttijd’, ‘uitvoering’ en/of extra onderzoek voor moeilijke zaken, maar niet de Vreemdelingwettelijke procedure als zodanig.

  • Beroep bij de rechter: 4 tot 9 weken; Verlengde Asielprocedure 31 weken.  Hoger beroep ca 10 weken.
  • Tijd in asielopvang: 90% korter dan drie jaar; 4% langer dan vijf jaar.
  • Inwilliging eerste asielaanvraag: 21%.
  • Percentage herhaalde asielaanvragen op het totaal van de jaarlijkse asielaanvragen: ca 10%.
  • Percentage ‘alsnog’ verleende vergunningen na (hoger) beroep: grof geschat 10% over het geheel; 30% bij de 10% meest moeilijke (en vaak langdurige) gevallen (waaronder de gezinslocaties).
  • vertrek totaal in 2018: 21.410, waarvan 5.900 gedwongen (28%), 3.480 aantoonbaar vrijwillig (16%), en ‘met onbekende bestemming’ 12.030 (56%).

De Commissie Langdurig Verblijvende Vreemdelingen deed onderzoek naar alle aspecten die eraan bijdragen dat vreemdelingen zonder verblijfsrecht langdurig in Nederland verblijven.