Paulo Moekotte onderzocht de relatie tussen socialemediagebruik en de sociale en loopbaanontwikkeling van laagopgeleide jongeren in het middelbaar beroepsonderwijs. De technologische ontwikkelingen in sociale media bieden steeds meer mogelijkheden voor het versterken van sociale en economische participatie in de samenleving. Moekotte concludeert dat laagopgeleide jongeren deze mogelijkheden echter niet onderkennen en er geen gebruik van maken. Daardoor neemt de ongelijkheid in kansen toe en groeit het percentage laagopgeleide jongeren dat achterblijft als het gaat om sociale en loopbaanontwikkeling.

Mediaopvoeding en onderwijs blijven achter

Voor deze ‘digitale kloof’ in de participatie en kansenstructuur zijn verschillende oorzaken aan te wijzen volgens Moekotte. Zo vraagt het profileren en participeren in netwerken als LinkedIn om bepaalde vaardigheden en vormen van geletterdheid. Mediaopvoeding door ouders en het beroepsonderwijs zijn daar nog niet op afgestemd. Een tweede oorzaak is dat laagopgeleiden en potentiële schoolverlaters ondanks hun internetgebruik niet weten wat de invloed van sociale media en netwerken is op hun sociale ontwikkeling en toekomstige loopbaan. Zij staan zelfs ronduit afwijzend tegenover zakelijk gebruik ervan. Een derde oorzaak is dat docenten nog moeite hebben om sociale media in hun onderwijs te integreren om door middel van online interactie en participatie de relatie met de student te versterken.

Advies

Moekotte adviseert docenten in het beroepsonderwijs om meer aandacht te besteden aan informatiegerelateerde presentatie- en netwerkvaardigheden voor hun studenten. Daarnaast is volgens hem nader onderzoek nodig, bijvoorbeeld naar de invloed van modaliteiten van socialemediagebruik op onderwijsgerelateerde processen van betrokkenheid, zoals emotionele of cognitieve betrokkenheid.’