De arbeidsmarktscreening houdt in dat bij nieuwe vergunninghouders al in het eerste gesprek  na vergunningverlening gevraagd wordt naar het arbeidsverleden en de gevolgde opleidingen. Op basis daarvan krijgt COA advies van arbeidsmarktdeskundigen van Divosa over welke arbeidsmarktregio’s perspectief op participatie bieden voor de vergunninghouder. Het COA neemt daarna binnen twee weken een beslissing over de gemeente waar de vergunninghouder naar toe gaat. Kortom, met in achtneming van de taakstelling van gemeenten voor de huisvesting van vergunninghouders, wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met kansrijke koppelingen van vergunninghouders aan gemeenten.

Divosa en COA voeren sinds 1 juli deze screening uit op het aanmeldcentrum in Doetinchem, maar zullen die in het najaar uitbreiden naar de andere aanmeldcentra.

Voordeel van deze manier van werken is dat gemeenten al ruim voor de huisvesting meer weten over de vergunninghouders waar zij mee te maken krijgen. Naast informatie over opleiding en arbeidspotentieel gaat het om leeftijd, geslacht en taal. Zowel gemeente als vergunninghouder kunnen dus aan de slag om de wachttijd waardevol in te vullen. De wachttijd is de periode dat de vergunninghouder nog in het AZC woont, al wel gekoppeld is aan een gemeente maar daar nog niet woont omdat huisvesting nog niet beschikbaar is. Waardevol wachten kan ingevuld worden door te starten met werken, het oriënteren op de Nederlandse arbeidsmarkt, het beginnen met de reguliere inburgering, het doen van vrijwilligerswerk, het (verder) leren van de Nederlandse taal of het volgen van een opleiding of stage. Momenteel wordt gekeken op welke manier het persoonlijke dossier (dat de vergunninghouder in de opvang opbouwt) na koppeling aan een gemeente nog kan worden verrijkt, bijvoorbeeld met een verdiepend gesprek, een assessment of een competentietest.