De kans is namelijk zeer klein dat zij snel werk zal vinden als zij een nikab blijft dragen, stelt de Centrale Raad van Beroep in Utrecht dinsdag in een vonnis. ,,Dit heeft tot gevolg dat onnodige druk wordt gelegd op de publieke middelen”, aldus de hoogste rechter op het gebied van sociaal bestuursrecht.

De betrokken moslima had daar geklaagd over een korting van 30 procent op haar bijstandsuitkering gedurende twee maanden, omdat zij bij herhaling had geweigerd tijdens een werktraining haar nikab af te doen. Die korting werd haar opgelegd door de gemeente Utrecht.

In de afweging tussen het recht op godsdienstvrijheid en het vinden en houden van werk moet dat laatste zwaarder wegen, blijkt uit het vonnis. Het is aannemelijk ,,dat in de huidige maatschappelijke context het dragen van een nikab belemmerend werkt bij het vinden van werk”, aldus de raad.

Daarom is een inbreuk op het recht op godsdienstvrijheid, namelijk een verbod op het dragen van een nikab tijdens een werktraining, ,,noodzakelijk in het belang van de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen”.

De kwestie speelt al sinds 2013, toen de vrouw door de afdeling Werk en Inkomen van de gemeente Utrecht werd aangemeld voor een werktraining. Toen zij bij herhaling weigerde haar nikab af te doen, werd zij niet toegelaten. Het aanbod om een wel toegestane hoofddoek te dragen, wees zij af. Daarop werd besloten tot een strafkorting. De Centrale Raad van Beroep noemt die tijdelijke, gedeeltelijke verlaging ,,zonder meer proportioneel”.