Eén van de maatregelen is het vereenvoudigen van de financiering van zorg in het onderwijs. De bedoeling is dat scholen – die speciaal onderwijs aanbieden, en bijvoorbeeld kinderen met zorg via een persoonsgebonden budget – voortaan werken met één of twee zorgaanbieders, zodat er vaste zorgassistenten in de klas komen. Nu hebben scholen soms met veel verschillende hulpverleners te maken, wat kan zorgen voor te veel drukte in de klas. Ouders worden betrokken bij de selectie van de zorgaanbieder. Maatwerk in de vorm van een eigen zorgverlener kan nodig blijven. Het plan van aanpak is meteen de verantwoording, zodat er minder administratie nodig is. 

Ook wordt voortaan duidelijk gemaakt welk deel van het zorgbudget ingezet kan worden in onderwijstijd. Door die duidelijkheid moet het gesprek tussen ouders, scholen en zorgaanbieders soepeler gaan verlopen als het gaat om de organisatie van zorg voor leerlingen met bijvoorbeeld een meervoudige beperking. Ook komen er speciale onderwijszorgarrangementen voor kinderen met (meervoudige) psychische of lichamelijke beperkingen. Scholen moeten kinderen nu nog een volledig onderwijsprogramma laten volgen. Dat is voor deze kinderen niet altijd haalbaar. Onderwijszorgpilots in gemeenten als Rotterdam en Almere hebben laten zien dat arrangementen van zorg en onderwijs soms een uitkomst zijn voor deze kinderen. 

Het kabinet wil daarnaast de leerplichtwet aanpassen, zodat kinderen niet langer een vrijstelling krijgen zonder dat er is gekeken of een kind met maatwerk toch nog onderwijs kan krijgen. Ook komt er meer subsidie voor onderwijszorgconsulenten die ouders en hun kinderen kunnen ondersteunen bij het vinden van een passend aanbod van zorg en onderwijs.