Algemene verordening gegevensbescherming

Artikel 46 van de Uitvoeringswet AVG (UAVG) voorziet in een algemene regeling voor gebruik van identificatienummers, waaronder als belangrijkste het burgerservicenummer (BSN). Dit artikel geeft aan dat wanneer een identificatienummer, zoals het Burgerservicenummer, is voorgeschreven bij wet, dit nummer slechts gebruikt mag worden ter uitvoering van die wet, dan wel voor doeleinden die bij wet zijn bepaald. Voor andere dan in de wet voorgeschreven doelen is het verwerken ervan niet toegestaan.

Andere wetgeving

Het BSN is in eerste plaats bedoeld voor het contact tussen burgers en de overheid. Overheidsorganisaties mogen het nummer gebruiken wanneer dit noodzakelijk is om hun taak uit te voeren. Dit is onder andere geregeld in de Wet algemene bepalingenburgerservicenummer (Wet abb). Andere organisaties mogen het nummer alleen gebruiken als dit wettelijk bepaald is. Voorbeelden van wetten waarin het gebruik van het BSN voor andere organisaties is geregeld zijn de Wet gebruik Burgerservicenummer in de zorg en de Wet persoonsgebonden nummers in het onderwijs.

Leerlingenvervoer

Gemeenten zijn op grond van de Wet primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs verplicht om een regeling vast te stellen op basis waarvan ouders van leerlingen – onder bepaalde voorwaarden – aanspraak kunnen maken op bekostiging van de vervoerskosten van en naar school. In deze wetten is niet bepaald dat gemeenten voor de uitvoering van deze taken het BSN mogen gebruiken.

Artikel 10 Wet abb bepaalt dat overheidsorganen bij het verwerken van persoonsgegevens in het kader van de uitvoering van hun taak onder bepaalde voorwaarden gebruik kunnen maken van het BSN. Een voorwaarde is dat het gebruik daarvan noodzakelijk moet zijn.

De juiste identificatie is een noodzakelijke reden voor het gebruik van het BSN
Zo moet de leerling in de gemeente wonen waar de aanvraag wordt ingediend en is het ook van belang dat het juiste kind een tegemoetkoming krijgt toegewezen. Om die reden mag een gemeente bij de aanvraag om een tegemoetkoming van de vervoerskosten van en naar school ter identificatie van de betrokkene zijn BSN vragen en gebruiken.

Hoe zit het met het vermelden van het BSN op de beschikking?

Het vermelden van het BSN op de beschikking is niet noodzakelijk voor de identificatie. Bij de toekenning/afwijzing van het leerlingenvervoer is het al wel duidelijk om welke leerling het gaat. Het gebruik van de volledige naam in combinatie met de geboortedatum in de beschikking schept voldoende duidelijkheid om vast te stellen om welke leerling het gaat.

Tenslotte mag de gemeente ook niet het BSN aan de vervoerder geven. Daarvoor is geen grondslag (de vervoerder is geen overheidsinstelling) en geen noodzaak (naam en geboortedatum volstaan om vast te stellen/aan te geven om wie het gaat).