De RvdK verwijst jongeren vanuit een crisissituatie naar Jeugdzorg Plus met als doel hen per direct te onttrekken aan een onveilige situatie. De verwachting daarbij is dat zij helpende ervaringen opdoen om een gezonde ontwikkeling op de lange termijn te waarborgen. Om meer zicht te krijgen op de impact van de plaatsing deed raadsonderzoeker Wilma Aaldering in 2017 onderzoek naar hoe meisjes deze plaatsing ervaren en in welke mate dit doorwerkt in hun verdere leven.

Aaldering concludeerde dat de aangeleerde structuur en het vaste ritme als helpend worden ervaren, maar ook dat meer dan de helft van de meisjes Jeugdzorg Plus als een onveilige plek met nadelige langetermijnconsequenties ervaart. ‘De verkregen bevindingen moeten voor de RvdK aanleiding zijn om terughoudender om te gaan met verwijzingen naar Jeugdzorg Plus en om nog zorgvuldiger het meisje te betrekken tijdens de bemoeienis van de RvdK’, zegt Aaldering. ‘Daarnaast is er een ketenverantwoordelijkheid:  de keten dient verbeteringen aan te brengen om Jeugdzorg Plus een veiliger plek te maken. Tevens moet gezocht worden naar alternatieve veilige plaatsingen.’