In een jaar tijd (van eind 2016 tot eind 2017) onderzocht de inspectie 49 aanbieders van kleinschalige jeugdhulp met verblijf. Tijdens het bezoek spraken inspecteurs met de aanbieders (gezinshuisouder, zorgboer, directeur), eventuele medewerkers en de jeugdigen. De locatie werd geïnspecteerd en dossiers en beleidsstukken ingezien.

Het onderzoek vond plaats aan de hand van het toetsingskader Verantwoorde hulp voor jeugd, met de thema’s uitvoering hulpverlening, veiligheid, leefklimaat, cliëntpositie en organisatie.

Kwaliteit voldoende

Het merendeel van de aanbieders voldoet aan de basisverwachtingen. Gezinshuizen en zorgboerderijen bieden jeugdigen een gezinsgerichte, kleinschalige opvang met een eigen kamer en een zinvolle dag- en weekbesteding.

Verbeteringen

Er zijn echter ook verbeteringen gewenst op het gebied van veiligheid, cliëntpositie en organisatie.

Zo maakt bijna de helft van de aanbieders onvoldoende gebruik van een systematische risicotaxatie en beschikt een aanzienlijk deel van hen (nog) niet over een onafhankelijke vertrouwenspersoon en klachtencommissie. Een kwart van de aanbieders werkt met niet-geregistreerde professionals, terwijl eenzelfde deel incidenten onvoldoende analyseert.

Professionalisering

De groei van het aantal kleinschalige aanbieders en de wens om jeugdigen vooral te plaatsen in gezinsgerichte vormen van opvang gaat samen met de plaatsing van jeugdigen met complexe problemen. Dit maakt een verdere professionalisering van deze aanbieders noodzakelijk. Het kleinschalige karakter staat soms op gespannen voet met de gewenste kwaliteit en deskundigheid. Aanbieders kunnen dit verbeteren door professionals met een passende beroepsopleiding aan te nemen en aanvullende opleidingen te laten volgen.

Verder dienen kleinschalige aanbieders duidelijk aan te geven hoe ver hun deskundigheid en capaciteit reikt waar het gaat om het plaatsen van jeugdigen met een complexe problematiek.

Ontwikkelen kwaliteitskader

De verdere professionalisering van kleinschalige aanbieders is gediend met de ontwikkeling van een eigen kwaliteitskader. Dit kan handvatten bieden aan de professionals voor het bieden van passende hulp en het beperken van veiligheidsrisico’s voor jeugdigen. Het ligt op de weg van de minister van VWS en de brancheorganisaties om de ontwikkeling van een dergelijk kwaliteitskader voor gezinshuizen en zorgboerderijen ter hand te nemen.