Dat schrijven minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) en staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) maandag aan de Tweede Kamer. Het onderzoek richt zich op fysiek en psychisch geweld in instellingen waar kinderen sinds 1945 onder de verantwoordelijkheid van de overheid waren geplaatst. Er wordt een uitzondering gemaakt voor een beperkte groep internaten voor doven en blinden. Tijdens het vooronderzoek zijn signalen ontvangen over deze instellingen en die moeten worden onderzocht.

De jeugdzorg in Caribisch Nederland wordt niet onderzocht. Dat geldt ook voor het geweld van vóór 1945. De Commissie Onderzoek naar Geweld in de Jeugdzorg had in mei laten weten daar wel aanleiding voor te zien.

De commissie onder leiding van Micha de Winter zag tijdens het vooronderzoek verschillende aanwijzingen voor langdurig en ernstig geweld tegen kinderen die onder de jeugdzorg uit huis waren geplaatst. Zonder dat een meldpunt was geopend, kwamen er al ruim tweehonderd meldingen binnen over geweld in inrichtingen en pleeggezinnen.

De commissie krijgt voor het onderzoek twee jaar de tijd, tot 1 oktober 2018. De onderzoekers zullen ook bekijken of er signalen van geweld bij de overheid bekend zijn geweest en of de hulpverlening voor in hun kinderjaren mishandelde en misbruikte volwassenen voldoet.