De raad ziet drie redenen om de onderwijsrol van gemeenten aan de huidige ontwikkelingen aan te passen:

  • In de eerste plaats zet de grotere verantwoordelijkheid van gemeenten voor jeugdhulp en arbeidsmarktparticipatie de rolverdeling tussen Rijk en gemeenten bij onderwijs onder druk.
  • In de tweede plaats is het vaker nodig dat scholen en gemeenten met elkaar samenwerken in een complex lokaal of regionaal speelveld, bijvoorbeeld om integraal en preventief te kunnen werken op de snijvlakken van onderwijs, ondersteuning en zorg. Hoewel er inhoudelijk sterke raakvlakken zijn, zijn de bestuurlijke verbindingen doorgaans nog zwak.
  • In de derde plaats wordt de samenwerking gehinderd doordat er zowel bij gemeenten als bij schoolbesturen sprake is van grote verschillen in omvang en bestuurskracht en doordat regio-indelingen uiteenlopen.

VNG-reactie

Los van de formele verantwoordelijkheden voelen gemeenten zich sowieso medeverantwoordelijk voor (de kinderen en jongeren in) het onderwijs. Ook de Commissie Onderwijs, cultuur en sport van de VNG vindt dat gemeenten er alles moeten doen om scholen te helpen kinderen doorlopende leerlijnen te bieden die leiden naar een volwaardig burgerschap en optimale participatie in de samenleving.

In het belang van het kind stelt de VNG voor om gedurende het gesprek niet op de handen te blijven zitten, maar gewoon te beginnen met een betere afstemming en samenwerking tussen de lokale overheid en het onderwijsveld.

Door aan de slag te gaan helpen we de kinderen die het nu nodig hebben. De ervaringen die we opdoen door het -vanuit het perspectief van ouders en kind- zo goed mogelijk te doen nemen we dan mee naar de tafel waar de bestuurlijke verhoudingen tegen het licht worden gehouden.
Een nieuwe inrichting van het stelsel wordt zo een tussenpunt van de verbetering en niet het beginpunt.