Te veel werknemers blijven na een langdurige periode van ziekte onnodig langs de kant. Arbeidsongeschikten zouden weer vaker aan de slag kunnen als de overheid meer mensen toegang geeft tot de zogeheten WIA-dienstverlening, meer inzet op maatwerk en scholing én beter kijkt naar wat iemand nog voor werk zou kunnen doen. Dit staat in een nieuw advies van ‘polderorgaan’ Stichting van de Arbeid, waarin zowel werkgevers als vakbonden vertegenwoordigd zijn.

De sociale partners vragen onder meer aandacht voor werknemers waarvan na twee jaar ziekte wordt gedacht dat ze weer meer dan 65 procent van hun oude inkomen kunnen verdienen. Zij hebben nu geen recht op een WIA-uitkering en ontvangen geen aanvullende diensten ondanks hun medische beperkingen. Maar in de praktijk blijkt dat minder dan 50 procent van deze groep aan het werk is. Uiteindelijk komen deze mensen vaak in de bijstand terecht. De Stichting van de Arbeid stelt voor om ook deze groep automatisch toegang tot de WIA-dienstverlening te geven. Denk hierbij bijvoorbeeld aan begeleiding door arbeidsdeskundigen.

Verder blijkt dat een groot deel van de volledig arbeidsongeschikt verklaarde werknemers geen opleiding heeft afgerond op havo-, vwo- of mbo 2-niveau. Waarschijnlijk kunnen er ook meer mensen weer aan het werk gaan als er meer maatwerk wordt geleverd en er meer wordt ingezet op scholing, stellen de opstellers van het advies. Zodra iemand in aanmerking komt voor een bepaalde functie dan zou de dienstverlening naar werk bijvoorbeeld beter toegesneden moeten worden op die functie.

Daarnaast voelt het bestaande beoordelingsproces rond arbeidsongeschiktheid bij veel werknemers nu vaak theoretisch en niet realistisch aan, zo is naar voren gekomen uit gesprekken met werknemers. In het rapport wordt daarom voorgesteld om verder onderzoek te doen naar hoe minder theoretisch geschat kan worden wat iemand nog wel kan.

Het polderorgaan heeft in totaal tien voorstellen gedaan, naar aanleiding van een verzoek van minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken. Het kabinet koos er eind 2018 voor om de uitkeringsregels voor arbeidsongeschikten niet aan te scherpen. Die strengere regels hadden ertoe moeten leiden dat mensen minder snel worden afgekeurd en sneller weer aan de slag gaan. Maar de vakbonden waren fel tegen. Koolmees wilde vervolgens van de Stichting van de Arbeid horen hoe de arbeidsdeelname van arbeidsongeschikten dan wel zou kunnen worden opgekrikt.