Staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid) wil naar eigen zeggen grote stappen zetten om de lange wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg aan te pakken, maar over de uitvoering leven in de Tweede Kamer nog veel vragen. In een debat over de ggz woensdag waren meerdere partijen ronduit sceptisch.

Blokhuis had een dag eerder gezegd dat hij gaat ingrijpen als zorgaanbieders en verzekeraars er niet in slagen mensen te helpen die complexe psychische zorg nodig hebben. Hij wil van hen over vier weken een plan van aanpak zien. “Als dat niet gaat zoals we willen, is VWS ‘in charge'”, zei hij.

Maar hoe wil de staatssecretaris die eventuele dwingende hand dan vormgeven? vroegen Kamerleden. Beschikt de staatssecretaris wel over de instrumenten om knopen door te hakken?, wilde VVD’er Kelly Regterschot weten. “Hoe gaat de staatssecretaris zijn stevige woorden waarmaken?”, vroeg SP-Kamerlid Maarten Hijink.

Een team dat al binnen het ministerie bestaat voor mensen die niet de juiste zorg krijgen, moet meer onder de aandacht worden gebracht, aldus Blokhuis. Volgens de staatssecretaris heeft dat team vorig jaar zeker 350 mensen die zich meldden, kunnen helpen.

En als een ambtenaar er niet in slaagt zaken “uit de knoop te trekken”, moet desnoods de secretaris-generaal of in het uiterste geval de bewindspersoon zich ermee bemoeien. “Dat is een vorm van doorzettingsmacht” zei Blokhuis. Daar is dan geen nieuwe wet of regel voor nodig.

GroenLinks vindt dat te “vrijblijvend”. Kamerlid Wim-Jan Renkema wil met voorstellen komen om een nieuwe bevoegdheid voor de bewindslieden “juridisch te verankeren”.

Het debat werd ook bijgewoond door een aantal mensen die met complexe, meervoudige psychische problemen kampen, en al lang op een wachtlijst staan. Onder hen was ook Charlotte Bouwman, die sinds vorige week bivakkeert in de hal van het ministerie van Volksgezondheid, om aandacht te vragen voor de situatie van deze groep mensen. Bouwman wacht zelf al meer dan achthonderd dagen op passende zorg.