Mensen met de grootste kans om hun werk te verliezen door de coronacrisis, hebben vaak weinig ander inkomen of spaargeld om op terug te vallen. Dat concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in een onderzoek naar de meest kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt tijdens de crisis.

Mensen zonder vast contract en werkzaam in sectoren waar het aantal vacatures sterk is gedaald, zoals de horeca of detailhandel, lopen meer risico om hun baan te verliezen, aldus het CPB. In die groep zitten relatief veel studenten, jongeren, alleenstaanden en mensen met een migratieachtergrond, veelal met een lager inkomen. Voor veel van hen valt bij baanverlies direct een groot deel van hun inkomen weg, toont het onderzoek.

Daarnaast heeft de risicogroep weinig vermogen om op terug te vallen, aldus het planbureau. In de laagste inkomensgroep heeft de helft van de mensen van wie het inkomen potentieel het zwaarst geraakt wordt minder dan 5000 euro op de spaarrekening.

Het CPB benadrukt dat het nog niet met zekerheid te zeggen is hoeveel mensen en in welke beroepen daadwerkelijk door de crisis werkloos worden. Momenteel werken ruim 1,5 miljoen mensen zonder vast contract en in een beroep waar het aantal nieuwe vacatures in maart en april 2020 meer dan een vijfde lager was dan in dezelfde periode een jaar eerder.