Minister De Jonge (VWS) heeft besloten dat Wmo-cliënten in elk geval voor de maanden april en mei geen eigen bijdrage hoeven te betalen. Dit geldt niet voor cliënten met de voorzieningen beschermd wonen en opvang.

Minder of andere ondersteuning tijdens Covid-19

De minister schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat het in de huidige situatie voorkomt dat zorg en ondersteuning niet of niet op de gebruikelijke wijze kan worden geleverd. Deze situatie doet zich met name voor bij hulp bij het huishouden, begeleiding en dagbesteding. Om te voorkomen dat gemeenten voor het totale cliëntenbestand Wmo moeten nagaan bij wie de eigen bijdrage hierdoor tijdelijk gestopt moet worden, heeft de minister besloten dat cliënten in april en mei geen abonnementstarief betalen. De minister benadrukt hierbij dat zijn inspanningen en die van gemeenten en aanbieders erop gericht zijn om in overleg met cliënten, zo snel en zo veel mogelijk te zorgen voor continuïteit van ondersteuning, ook in deze tijd. Regulier waar het kan, alternatief waar nodig en mogelijk.

Reactie VNG

De VNG vindt het besluit van de minister op zich een goede maatregel: dit verlaagt deels de administratieve lasten en voor inwoners betekent het straks minder stapelfacturen. Het is op dit moment echter nog steeds niet bekend wanneer gemeenten de initiële starberichten kunnen aanleveren bij het CAK. Deze aanlevering is nodig om de inning van het abonnementstarief te kunnen starten. Dit betekent voor gemeenten dat zij de mutaties in de eigen administraties moeten blijven bijhouden. Ook voor de 2 maanden dat er geen bijdrage wordt geïnd. Nadat de initiële levering van de berichten over de eigen bijdrage is verwerkt, moeten gemeenten correctieberichten insturen naar het CAK. De VNG had daarom bij het ministerie van VWS gepleit voor landelijke kwijtschelding van de eigen bijdrage tot het moment waarop het CAK klaar is, waarbij gemeenten voor die periode gecompenseerd worden voor de gederfde inkomsten.