Een onaangekondigd huisbezoek in het kader van de Participatiewet is een belangrijk instrument om de door de bijstandsgerechtigde opgegeven woon-en leefsituatie te checken. Het is een vergaand controlemiddel en het mag duidelijk zijn dat de inzet hiervan gevolgen heeft voor de privacy van de bijstandsgerechtigde. Daarom mag zo’n onaangekondigd huisbezoek niet zomaar; zowel het binnentreden als de feitelijke uitvoering van het onaangekondigd huisbezoek is aan regels gebonden, die ik in deze opinie wil bespreken.

Binnentreden

Het college moet allereerst een ‘redelijke grond’ hebben voor het binnentreden van de woning. Dat is kort gezegd het geval als er twijfels zijn over de door belanghebbende opgegeven woon- en leefsituatie en de juiste gegevens hierover niet op een minder belastende wijze kunnen worden verkregen. Ontbreekt een ‘redelijke grond’, dan moet het college aan belanghebbende vooraf meedelen dat een weigering van medewerking aan het huisbezoek geen directe gevolgen heeft voor de het recht op bijstand. Verder moet belanghebbende op de hoogte worden gesteld van de reden van het huisbezoek en wat het gevolg voor het recht op bijstand is als toestemming wordt geweigerd (het zogenaamde ‘informed consent’). Om de woning binnen te treden heeft het college ten slotte toestemming van belanghebbende nodig.

Is er een redelijke grond en is er toestemming voor het binnentreden van de woning verleend op basis van ‘informed consent’, dan is het huisbezoek rechtmatig en mogen de bevindingen van dat huisbezoek in beginsel worden gebruikt bij de beoordeling van het recht op bijstand van een belanghebbende. Heeft het college eenmaal binnen vervolgens een vrijbrief om álles wat zich maar in de woning bevindt te doorzoeken en in te zien? Wat mag wel en wat mag niet bij het uitvoeren van het huisbezoek?

Specifieke ruimten in de woning

Bij een huisbezoek mag rondgekeken worden in de gehele woning, waarbij in beginsel alle ruimten in de woning mogen worden doorzocht. Dat geldt ook voor specifieke ruimten als een schuur, garage of zolder. Als er een redelijke grond is voor het huisbezoek, hoeft er daarnaast niet ook nog een redelijke grond te zijn, of toestemming te worden gevraagd voor het binnentreden van de specifieke ruimte (zie bijvoorbeeld CRvB 27-09-2007, ECLI:NL:CRVB:2007:BB6239). Dat is alleen anders als het een afzonderlijke ruimte in de woning betreft die kan worden afgesloten en bestemd is voor exclusief woongebruik van een andere bewoner. Die ruimte mag dan niet worden binnengetreden (zie bijvoorbeeld CRvB 03-12-2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BY4503).

Openen van kasten en laden

Het openen en onderzoeken van kasten en laden kan niet zomaar. Hiervoor is expliciete toestemming van een belanghebbende vereist. Dit heeft ermee te maken dat deze handelingen een verdergaande inbreuk op de privacy van belanghebbende met zich meebrengen dan alleen het rondkijken in de woning (CRvB 19-12-2017, ECLI:NL:CRVB:2017:4473).

Inzien van spullen

Tijdens een huisbezoek mogen zaken van belanghebbende worden ingezien, bijvoorbeeld tassen of computers. Hiervoor is geen specifieke redelijke grond vereist (zie bijvoorbeeld Rechtbank Arnhem 12-07-2012, ECLI:NL:RBARN:2012:BX8900). Wel moet aan belanghebbende expliciete toestemming worden gevraagd om de desbetreffende zaken in te zien (CRvB 19-12-2017, ECLI:NL:CRVB:2017:4473).

Ook moet van te voren worden nagegaan van wie de spullen zijn, voordat ze mogen worden ingezien.

Ook moet van te voren worden nagegaan van wie de spullen zijn, voordat ze mogen worden ingezien. Spullen die niet van belanghebbende zijn, mogen niet worden bekeken (Rechtbank Midden-Nederland 18-11-2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:5299). De medewerkingsverplichting rust immers op belanghebbende en niet op de derde van wie de betreffende spullen zijn.

Het maken van foto’s

Tijdens een huisbezoek mogen foto’s worden gemaakt van de aangetroffen situatie in de woning. Hierbij is wel van belang dat de foto’s alleen de wijze van bewoning betreffen en bijdragen aan een behoorlijke verslaglegging (CRvB 19-12-2017, ECLI:NL:CRVB:2017:4473). Met andere woorden mogen foto’s worden gemaakt om de schriftelijke verslaglegging te verduidelijken. Er mogen echter geen foto’s worden gemaakt van onderwerpen die geen verband houden met de woon-en leefsituatie van belanghebbende.

Extra toestemming

Het college heeft bij een huisbezoek dus niet alleen toestemming nodig om de woning binnen te treden, maar ook voor sommige andere handelingen in de woning is dus soms expliciete toestemming van belanghebbende vereist. De toestemming tot het binnentreden van de woning van belanghebbende impliceert een dergelijke toestemming dus niet. Leg deze toestemming ook altijd vast in de verslaglegging, zodat hier achteraf geen twijfel over kan ontstaan. Worden vervolgens toch handelingen verricht zonder dat belanghebbende de hiervoor noodzakelijke toestemming heeft gegeven, dan is sprake van onrechtmatig handelen van het college. Dit kan ertoe leiden dat de betreffende onderzoeksbevindingen niet mogen worden gebruikt voor de beoordeling van het recht. Weigert belanghebbende om de toestemming te geven om bijvoorbeeld in de laptop te kijken, dan is het van belang dat duidelijk wordt gemaakt wat de gevolgen van die weigering zijn voor het recht op bijstand.