Al jaren gaat het goed met de twee enorme vreugdevuren op het strand van Scheveningen en Duindorp, afgezien van spanningen tussen de bouwers onderling en met de gemeente Den Haag.

Maar afgelopen jaarwisseling was het opeens mis toen uit de Scheveningse stapel een regen van brandende snippers over de badplaats waaide en veel schade veroorzaakte. De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) brengt donderdag een rapport uit over de kwestie.

Jongens en mannen uit beide kampen rivaliseren al jaren met elkaar om de hoogte van de brandstapels met houten pallets. Omdat dit te gevaarlijk werd, beperkte de gemeente enkele jaren geleden de maximale hoogte. Dit jaar was dat 35 meter en een omvang van 22×22 meter aan de grond. De snelheid van de opbouw werd de wedstrijdfactor.

Ook bijna traditie is dat de bouwers hun eigen plan trekken. Zo waren beide vuurstapels enkele meters hoger geworden. Burgemeester Pauline Krikke wist dat en liet dat zo, omdat het in haar ogen te gevaarlijk was om de pallets weer van de stapels te halen. Ook gaf ze toestemming de vuurstapels te ontsteken, na overleg die dag met de veiligheidsdriehoek. Wel liet ze de veiligheidszone rond de stapels vergroten.

Al direct ontstond er ophef toen Krikke na de rampzalig verlopen nacht op nieuwjaarsdag meldde dat de torens te hoog waren, iets wat de bouwers daarop tegenspraken. De gemeenteraad laakte dat Krikke de schuld afschoof en weinig opheldering gaf over haar eigen rol. Uit later vrijgegeven notulen blijkt dat de bouwers vooraf wel degelijk zelf hadden aangegeven dat ze boven de 35 meter uitkwamen.

De roep om een breed onderzoek was groot. Krikke wilde dat laten uitvoeren door het Instituut voor Fysieke Veiligheid, maar zij zit daar zelf in het bestuur. Na ophef hierover vroeg ze de OVV voor deze klus.

Omdat de burgemeester in de ogen van de gemeenteraad te weinig informatie gaf, besloot Krikke in februari álle documenten over de vreugdevuren openbaar te maken van de afgelopen dertig jaar. Het ging om ruim 1800 documenten en allerlei correspondentie. De politieke partijen waren geschokt over de rommelige besluitvorming en falende handhaving, maar wachtten met een politiek oordeel het onderzoek van de OVV af.