De hoofdconclusies van de VNG

  • Het wettelijk kader voor het Digitaal Stelsel Omgevingswet is goed maar een duidelijk beeld over de uitwerking van het DSO en de vormgeving van het digitaal stelsel ontbreken nog.
  • De mogelijkheid voor gemeenten om bestuurlijke boetes op te leggen bij overtredingen in het fysieke domein dient te worden vergroot.
  • De Wet Vergunning Toezicht en Handhaving is juist overgenomen in de Omgevingswet.
  • De regeling van de nadeelcompenstaite sluit goed aan bij een meer globale benadering van het omgevingsplan waar in veel gevallen pas meer duidelijkheid wordt geboden wanneer het concrete initiatief zich aandient;
  • De invoering van de mogelijkheid tot het opnemen van een vergunningenstelsel in het omgevingsplan vindt de VNG goed, maar de daaraan gekoppelde verplichting tot het volgen van een standaardprocedure vindt de VNG niet werkbaar.
  • De VING is geen voorstander van de extra interventiemogelijkheden van rijk en provincie.
  • Het idee van de splitsing van de bouwactivitiet in een technisch en ruimtelijk deel is goed, maar veel hangt af van de nadere uitwerking.
  • De bescherming van erfgoed dient meer decentraal te worden geregeld.
  • Er dient een rechtelijke beslistermijn voor beroep tegen omgevingsplannen in de Omgevingswet te worden opgenomen;
  • Er moet duidelijkheid komen over de inhoud en inwerkingtreding van de nieuwe coördinatieregeling;
  • De VNG heeft zorgen over de uitvoerbaarheid in verband met de beschikbare ambtelijke capaciteit.
  • Er is snel duidelijkheid nodig over de verordeningen die verplicht in het omgevingsplan moeten wprden opgenomen;
  • De VNG pleit voor een gezamenlijke programmaplicht voor rijk, provincie en gemeente in geval van (dreigende) overschrijfing van de omgevingswaarden luchtkwaliteit.
  • Tevens pleit de VNG om te onderzoeken of integratie van delen van de Huisvestigingswet in de Omgevingswet procesmatige voordelen kan bieden en kan leiden tot betere integrale besluitvorming over de samenstelling van de woningvoorraad.