De bouw wacht in 2020 een krimp van 2 procent, voorspelt ABN AMRO in een rapport over de sector. De terugloop is een direct gevolg van overheidsbeleid over de uitstoot van stikstof en het verplaatsen van grond met chemische stoffen die onder de noemer PFAS vallen. De grond-, wegen-, en waterbouw wordt het hardst geraakt met een min van 3,5 procent.

De woningbouw loopt volgens de prognose van de bank terug met 2,5 procent. Met een gebrek aan vraag heeft dat niets te maken. De bouwers worden door regelgeving beperkt in hun werkzaamheden, schrijft ABN AMRO. De bank verwacht voor 2021 stabilisering. Hoe het verder gaat, zal wel afhangen van de acties van het kabinet.

ABN AMRO voorspelt dat veel projecten alsnog van start gaan zodra het overheidsbeleid dat mogelijk maakt. “Dit kan een luchtbel in de orderportefeuille veroorzaken: nu weinig of geen projecten, maar later een stuwmeer. Dit kan ervoor zorgen dat na 2021 de bouwproductie sterk groeit en een inhaalslag gaat maken”, vertelt econoom Madeline Buijs van ABN AMRO. Volgens haar lopen bedrijven die “inspelen op de nieuwe realiteit” en duurzaam bouwen het laagste risico. “Bouwbedrijven die deze omslag nu maken, zijn toekomstbestendiger.”

Ook aanverwante sectoren krijgen het moeilijk. Zo voorziet ABN AMRO een productiedaling van 3 procent bij producenten van hout- en bouwmaterialen. Verhuurders van bouwmaterieel kunnen 2 procent krimp tegemoetzien.

Stikstof en PFAS houden de bouw al maanden bezig. Hoewel de sector slechts een klein gedeelte van de totale stikstofuitstoot veroorzaakt, ondervindt de bouw wel grote gevolgen van het feit dat de totale uitstoot hoger is dan de overheid op basis van natuurwetgeving mag toestaan. Omdat de natuur schade ondervindt van hoge stikstofconcentraties, stranden tal van bouwprojecten bij de rechter omdat ze leiden tot meer uitstoot.

Voor het verplaatsen van grond waar PFAS (poly- en perfluoralkylstoffen) in zitten, heeft het kabinet de normen onlangs versoepeld. Toch zeggen ondernemers nog altijd veel beperkingen te ondervinden. Twee van de chemische stoffen waar het om gaat zijn verboden in consumentenproducten, omdat ze bijvoorbeeld leverschade kunnen veroorzaken en de gezondheid van ongeboren kinderen kunnen schaden. Andere PFAS gelden als “zeer zorgwekkend”.