Als het rijk de verantwoordelijkheid voor de sanering blijft afschuiven op de provincie Zeeland en het havenbedrijf duurt de patstelling voort. De sanering kan dan niet slagen, stelt een onderzoekscommissie onder leiding vanDiederik Samsom, die in opdracht van het kabinet de impasse onderzocht.

Schoonmaakkosten

Hij bepleit een gelijke verdeling van de schoonmaakkosten tussen de provincie Zeeland, het Rijk en Zeeland Seaports, het havenbedrijf Vlissingen-Terneuzen. Die kosten bedragen voorlopig 83 miljoen euro. Het Rijk zou daarvan dus een kleine 30 miljoen op tafel moeten leggen. Ook eventuele mee- of tegenvallers zouden de drie samen moeten dragen. 

De sanering van het sterk vervuilde terrein kost veel meer geld dan verwacht. De provincie en Zeeland Seaports kunnen de operatie daarom niet alleen dragen. Doordat zij en het Rijk voortdurend op elkaars verplichtingen wezen en er niet voor terugschrokken dat juridisch uit te vechten, kwam de schoonmaak volgens Samsom niet van de grond. Samsom hoopt dat de sanering weer vaart krijgt als de drie partijen uit hun schuttersputje komen en zich grootmoediger opstellen. Hij waarschuwt dat haast geboden is.

Bankgarantie of waarborgsom saneringskosten

De overheid moet verder van grote chemiebedrijven als Thermphos voortaan een waarborgsom of een bankgarantie voor saneringskosten vragen, vindt Samsom. Dat moet voorkomen dat de samenleving opdraait voor de kosten, zoals nu gebeurt. Voor kernreactoren is zo’n verzekering al verplicht. Verder moet in het vervolg op bedrijven als deze strenger worden toegezien, als het aan Samsom ligt. Ook zou de curator bij een faillissement rekening moeten houden met de gevolgen van bijvoorbeeld het stilleggen van een fabriek. Dat laatste heeft de sanering van Thermphos erg bemoeilijkt, schrijft hij