Er moet ook rekening worden gehouden met de plannen van andere landen, want Engeland en Duitsland hebben eveneens plannen voor windparken in de Noordzee.

Tot 2030 is er voldoende ruimte op de Noordzee om het toenemende aantal windmolens te herbergen. Daarna zijn veel meer nieuwe locaties nodig: in 2050 kunnen er twintig tot zestig keer zoveel windmolens op zee staan als in 2017. Na 2030 kan de realisatie van windparken op zee en de opslag van het broeikasgas CO2 in oude gasvelden in een stroomversnelling komen, aldus het PBL dat voorziet dat halverwege deze eeuw misschien wel een kwart van het Nederlandse deel van de Noordzee uit windparken kan bestaan. Die parken leveren tot wel twee keer zoveel elektriciteit als nu in ons land wordt verbruikt.

De overheid moet nu al besluiten nemen over de vraag hoe al die elektriciteit straks naar het vasteland moet worden gebracht, vindt het PBL. Want hiervoor zijn nieuwe infrastructuur en technologieën nodig, en een lange voorbereidingstijd.