Tevens blijkt dat een CO2-heffing geen substantiële negatieve gevolgen heeft voor de concurrentiepositie van de industrie in Nederland. Een nationale CO2-heffing bevordert juist op Europees niveau een gelijk speelveld blijkt uit het rapport. Omgekeerd heeft het ontzien van de Nederlandse industrie negatieve effecten, namelijk hogere kosten om tot de gewenste 49% CO2-reductie in 2030 te komen. Greenpeace en WISE roepen minister Wiebes op CO2-prijs te verankeren in het Klimaatakkoord.

Peer de Rijk, directeur van WISE: “Als we de klimaatdoelen serieus nemen en écht wat willen veranderen, kunnen we de industriële reuzen niet langer blijven ontzien. De schouders van de industrie zijn sterk genoeg om de kosten van een CO2-heffing te dragen. Het is daarom hoog tijd dat de grootste vervuilers een serieuze bijdrage gaan leveren aan de klimaattransitie.”

Financiële prikkel

Het beprijzen van CO2 versnelt de terugverdientijd van investeringen en geeft zekerheid aan het bedrijfsleven over de kosten die gemaakt moeten worden om CO2-uitstoot te verminderen. Bovendien kan een deel van de opbrengsten van de heffing worden teruggesluisd als subsidie voor het nemen van CO2-besparende maatregelen of duurzame investeringen. Een dergelijke combinatie van beprijzing en subsidiëren kan heel doeltreffend werken. Op die manier worden bedrijven gesteund in hun omslag naar een schone toekomst blijkt uit de analyse van Greenpeace en WISE. 

Faiza Oulahsen, campagneleider bij Greenpeace: “Sinds het startschot voor de onderhandelingen van het Klimaatakkoord negen maanden geleden, zit er totaal geen schot in de zaak als het gaat om concrete oplossingen om CO2 uitstoot van de industrie drastisch te verminderen. Het invoeren van een CO2-heffing voor de industrie, waar wij al maanden lang voor pleiten, wordt systematisch van tafel geschoven met het enige argument een gunstig vestigingsklimaat. Terwijl bedrijven in Nederland vele voordelen genieten, van praktisch geen energiebelasting hoeven te betalen tot goede logistieke ligging en de beschikbaarheid van hoogopgeleide mensen. Juist de industrie kan wakker geschud worden door het invoeren van een CO2-heffing en daardoor gaan investeren in duurzame oplossingen en innovatie.”

Kostenstijging vs. concurrentiepositie

De grootste kostenstijging treedt op bij de energie-intensieve industrie: raffinaderijen, kunstmest, petrochemie en ijzer en staal. De energie-intensieve industrie betaalt minder voor energie dan dezelfde sectoren in de ons omringende landen. In Duitsland, België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk betalen industriële reuzen meer voor gas en elektriciteit dan in Nederland. De Nederlandse energie-intensieve industrie exporteert meer dan de helft van haar producten naar deze landen, waardoor bij een invoering van een CO2-heffing  een deel van die kosten kunnen worden doorberekend aan klanten en daarmee wordt de concurrentiepositie juist weer gelijkgetrokken.