Het NSB-bouwwerk had een landelijke functie en daarmee is eventueel behoud ook een nationale kwestie. Dat dit object toevallig op grondgebied van Ede staat maakt het nog geen gemeentelijke zaak”, stelt verantwoordelijk wethouder Johan Weijland.

Rijk probeert uitstel te krijgen

De Rijksdienst laat de hoop evenwel nog niet varen. De dienst gaat opnieuw ,,op korte termijn” overleggen met de gemeente of die de muur toch niet tijdelijk kan beschermen. Zo’n ,,tussenoplossing” is nodig omdat het Rijk nog wat tijd nodig heeft om een besluit te nemen. Andere trucs om de sloopkogel op afstand te houden, zoals een onderzoek naar asbest en naar flora en fauna, zijn al uitgewerkt.

Camping

De muur staat op een campingterrein dat in particulier bezit is. De campingbaas wil het gevaarte slopen om ruimte maken voor nieuwe vakantiehuisjes. De gemeente kan dat niet verbieden. De Rijksdienst bestudeert de status van de muur al jaren en hakt pas op zijn vroegst in de zomer van 2018 een knoop door. Het is volgens Ede denkbaar dat het object dan al verdwenen is.

Het instituut voor oorlogs-, holocaust- en genocidestudies NIOD is het met de visie van de gemeente eens, zegt Weijland. Erfgoedvereniging Bond Heemschut en het Cuypersgenootschap hebben er juist dinsdag bij Ede op aangedrongen om de muur met spoed tot monument te verklaren wegens de ,,zeer grote historische waarde”.

Het huidige campingterrein was tussen 1936 en 1945 een nationaalsocialistisch complex, waar NSB-leider Anton Mussert zijn toespraken hield. Van het complex is nu alleen nog een enorme muur met een deel van het amfitheater over. Volgens Heemschut is de muur het enige bewaard gebleven bouwwerk dat speciaal voor de NSB werd gebouwd.

Ede vindt dat de muur ,,een nationale bedenkplek” zou kunnen zijn. ,,Maar dat is en blijft iets voor de Rijksdienst of het kabinet. We hopen nu op een snel antwoord van de nieuwe cultuurminister.”