Provinciale Staten van Noord-Brabant beslissen vrijdag 7 juli 2017 over de voorstellen om de overlast door de veehouderij onder controle te krijgen. Veel Brabanste boeren vrezen voor hun toekomst. Er hebben zich 37 mensen hebben zich gemeld om in te spreken voordat het debat begint.

Argumenten provincie

  • De wijziging draagt bij aan de versnelling van de transitie veehouderij.
  • Borging van de doelstelling van het Convenant Stikstof om de ammoniakbelasting op de N2000-gebieden substantieel te verminderen.
  • De invoering van de verplichting om per 1 januari 2020 dan wel per 1 januari 2022 verouderde stalsystemen aan te passen geeft alle veehouders voldoende tijd om hierop te anticiperen.
  • Bij de invoering van de verplichting om oude stalsystemen aan te passen is aangesloten bij de gemiddelde afschrijvingstermijn voor stalsystemen.
  • De aanpassing is besproken met de partners van het Convenant Stikstof en wordt door een meerderheid gesteund.
  • Door ontwikkeling van flankerend beleid worden negatieve effecten beperkt.
  • Naast het landelijke Meetnet Ammoniak Natuurgebieden (MAN) verricht het RIVM in opdracht van de provincie aanvullende metingen uit, waardoor het meetnet een goede ruimtelijke dekking heeft binnen Noord-Brabant.
Volgens de provincie leidt het aanscherpen van de Verordening natuurbescherming tot een flinke vermindering van stikstofdepositie op de Brabantse Natura 2000-gebieden en tot verbeteringen van het leefklimaat. De geurhinder en de uitstoot van fijnstof nemen af.

Gevolgen voor veehouders

In de notitie ‘Versnelling transitie veehouderij’ die de provincie op 13 juni heeft gepubliceerd staan ook de gevolgen voor de veehouders.  Zij zullen eerder en meer moeten investeren. Dit heeft als gevolg dat de inkomens van veehouders dalen. Wat betekent dat een deel van de veehouders, met name varkenshouders en melkveehouders, eerder stoppen met hun bedrijf. Op de lange termijn blijven er dan iets minder veehouderijbedrijven over. De omvang van de veestapel neemt niet verder toe.