Met de komst van de Omgevingswet wordt de bestuurlijke afwegingsruimte groter en ligt minder vast in regels. De handleiding is bedoeld om in deze nieuwe situatie het aspect omgevingsveiligheid goed te blijven waarborgen. Zij helpt gemeenten om antwoord te krijgen op vragen als: Welke ontwikkelingen zie ik in mijn gebied? Wat wil ik wel en wat absoluut niet toestaan? Hoe kan ik een bestaand industriegebied op een goede wijze transformeren tot een woonwijk? En wil ik nieuwe, risicovolle bedrijven wel of niet in mijn gemeente?

Stappenplan

De handleiding beschrijft een aantal overzichtelijke stappen waarmee een gemeente dit soort vragen kan beantwoorden. Bij de verschillende stappen vindt de lezer ook allerhande tips en inhoudelijke hulp. De gemaakte keuzes belanden in een ‘bouwsteen omgevingsveiligheid’ voor de omgevingsvisie.

Centraal in het proces staat het gezamenlijk overleg tussen alle belanghebbenden. Door samen, vanuit verschillende invalshoeken, naar het gemeentelijk grondgebied te kijken ontstaan goede gesprekken, meer begrip voor elkaar en nieuwe inzichten. Projectleider Hans Iserief: ‘Medewerkers van gemeente, omgevingsdienst en veiligheidsregio moeten dit proces echt samen doorlopen. Dat proces is minstens zo belangrijk als wat er in de bouwsteen komt te staan. En het is essentieel dat gemeentelijke RO’ers vanaf het begin meedoen!’

Praktijkervaringen

De handleiding werd opgesteld op basis van pilots in zes gemeenten: Maasgouw, Ermelo, Harlingen, Waalwijk, Eindhoven en Rotterdam. De gemeenten hebben zeer verschillende risicoprofielen. In Ermelo waren bosbranden in de buurt van een recreatiepark een item. In Maasgouw was aandacht voor overstromingsrisico’s van de Maas. In Eindhoven zat de spanning vooral tussen het herontwikkelen van een industriegebied langs een spoorlijn waar treinen met gevaarlijke stoffen over rijden.

In de pilots maakten de gemeenten samen met de veiligheidsregio en omgevingsdienst een ‘bouwsteen omgevingsveiligheid’ voor hun omgevingsvisie. Daarbij zijn inzichten en uitgangspunten van de Omgevingswet gebruikt, evenals de instructies uit het Besluit kwaliteit leefomgeving en het Besluit bouwwerken leefomgeving. Door naar verschillende concrete vraagstukken te kijken, werd vanzelf ook nagedacht over de aanpalende thema’s als de woningbouwopgave, geluid, bereikbaarheid, milieu en gezondheid.