Oververhitting

Het is steeds moeilijker voor middeninkomens om een huis te kopen in de grote steden. In Amsterdam is het bijvoorbeeld al heel normaal dat kopers tussen de 50.000 en 70.000 euro zelf inleggen. Ook wordt daar een kwart van de woningen zonder hypotheek gekocht. Dat blijkt uit een rapport van De Nederlandsche Bank (DNB) over de woningmarkt. Er is dan ook wel sprake van oververhitting, maar niet van een bubbel, concludeert DNB.

Goedkoop

Tegelijkertijd zijn er te weinig goedkope huurwoningen in de vrije sector, waardoor middeninkomens in een te dure woning terechtkomen en ook niet kunnen sparen om een woning te kopen. Wegtrekkende gezinnen uit grote steden zorgen daardoor voor meer druk op de woningmarkt in omringende gemeenten. De woningmarkt in de rest van het land blijft juist achter.

Hogere grondprijs

Steden richten zich bovendien vooral op de bouw van sociale huurwoningen en koopwoningen. Daarnaast is er een achterstand in de bouw na de financiële crisis en hebben gemeenten en woningcorporaties niet altijd de juiste prikkels om de juiste woningen te laten bouwen. Gemeenten kiezen vaak voor de hogere grondprijs die ze voor koopwoningen kunnen krijgen, terwijl corporaties zich vooral op de sociale huurwoningen richten.

Huurmonitor

De prijzen van huurwoningen in de vrije sector zijn het afgelopen kwartaal dan ook bijna 10 procent gestegen ten opzichte van het eerste kwartaal van vorig jaar. Vooral kleinere woningen zijn relatief duur. Dat blijkt dinsdag uit de huurmonitor van verhuurwebsite Pararius.nl. Ook dat rapport merkt op dat in de prijsklasse tot 1000 euro per maand veel te weinig huurwoningen zijn.

Gelijk speelveld

DNB wil dat de hypotheekrenteaftrek sneller wordt afgebouwd. Daarmee moet een gelijker speelveld ontstaan. Sociale huurwoningen en koopwoningen worden nu gesubsidieerd, maar particuliere huurwoningen niet.