De regeringspartijen zijn het eens over strengere regels voor het gebruik van houtachtige biomassa voor de energieproductie. Als het aan VVD, CDA, D66 en ChristenUnie ligt, worden geen nieuwe subsidies meer verstrekt voor centrales waarin die brandstof uitsluitend gebruikt wordt om elektriciteit op te wekken.

Het verbranden van hout om energie op te wekken is al langer omstreden. Het geldt op papier als duurzamer dan kolen of gas, maar leidt nog altijd tot veel uitstoot van broeikasgassen en fijnstof, in tegenstelling tot bijvoorbeeld wind- of zonne-energie. Bovendien komen bij de verbranding stikstofoxiden vrij, die een nadelig effect hebben op de natuur.

D66 en ChristenUnie pleitten eerder deze maand al voor een einde aan de subsidiëring van biomassacentrales. Maar coalitiepartners VVD en CDA trapten toen op de rem, net als verantwoordelijk minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat). Het nieuwe voorstel is minder ingrijpend en laat nog wel ruimte voor gesubsidieerde stook van bijvoorbeeld resthout om warmte te produceren.

De partijen willen verder dat het kabinet al volgend jaar aangescherpte duurzaamheidseisen stelt aan biomassa-installaties die nog wel voor subsidie in aanmerking komen. Totdat die voorwaarden bekend zijn, mogen geen nieuwe subsidies worden toegekend. Daarnaast wil de coalitie een eindjaar horen waarin de subsidiëring helemaal stopt.

“We zien dat er steeds grotere bezwaren zijn tegen houtige biomassa”, zegt CDA-Kamerlid Agnes Mulder. “Ik vind het terecht dat we dan ook de subsidievoorwaarden daarvoor aanscherpen en duidelijk zijn dat we de subsidies gaan afbouwen.”

“Dit is winst voor het klimaat, onze natuur en schone lucht”, vindt D66’er Matthijs Sienot. “Met dit voorstel geven we duidelijkheid aan gemeenten en bedrijven: het verbranden van biomassa is niet de toekomst. We investeren wel in echt schone energie zoals groene waterstof en zonnepanelen.”

“De subsidie voor biomassa draagt bij aan een papieren werkelijkheid”, aldus Carla Dik-Faber van de ChristenUnie. “In plaats daarvan moeten we investeren in schone energie, gezonde lucht en de biodiversiteit.”